Rekenen met formules

Rekenen met formules
- Je leert rekenen met een formule
- Je leert een tabel bij een formule te maken
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rekenen met formules
- Je leert rekenen met een formule
- Je leert een tabel bij een formule te maken

Slide 1 - Slide

Van pijlenketting naar formule
Let op! geen rekenwerk!!!
je haalt de pijlen en puntjes weg en plakt alles aan elkaar vergeet niet de = er tussen te zetten.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Van pijlenketting naar formule.

Slide 4 - Slide

Hoe teken je een grafiek bij een pijlenketting?
A
1. Pijlenketting 2. Grafiek
B
1. Tabel 2. Grafiek
C
1. Pijlenketting 2. Tabel 3. Grafiek
D
1. Tabel 2. Pijlenketting 3. Grafiek

Slide 5 - Quiz

Dit is een ...



A
formule
B
pijlenketting
C
regel in woorden
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

8 + aantal x 4 = bedrag
Dit is een ...


A
formule
B
pijlenketting
C
regel in woorden
D
geen idee

Slide 7 - Quiz

Pizza is €5,- per stuk.
Bezorg kosten is €2,-
Welke pijlenketting is goed?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quiz

Welke pijlenketting hoort bij deze tafelopstelling?
A
tafels >x2> ... >+3> stoelen
B
tafels >x4> stoelen
C
tafels >x3> ... >+2> stoelen
D
tafels >+2> ... >x3> stoelen

Slide 9 - Quiz

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?
A
tijd x 40 + 30 = werkloon
B
tijd + 40 x 30 = werkloon
C
tijd + 30 x 40 = werkloon
D
tijd x 30 + 40 = werkloon

Slide 10 - Quiz

wat is de juiste formule bij pijlenketting hiernaast?
A
aantal - 30 x 7 = bedrag
B
aantal x 7 - 30 = bedrag
C
aantal x 7 = bedrag
D
bedrag x 7 - 30 = aantal

Slide 11 - Quiz

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?
A
tijd x 40 + 30 = werkloon
B
tijd + 40 x 30 = werkloon
C
tijd + 30 x 40 = werkloon
D
tijd x 30 + 40 = werkloon

Slide 12 - Quiz

Maak van de volgende pijlenketting een formule

A
aantal x 2,50 ... + 21 = kosten
B
aantal x 2,50 +21 = kosten
C
aantal + 21 x 2,50 = kosten
D
aantal x21 + 2,50 = kosten

Slide 13 - Quiz

Meneer Buckers koopt voor 5 euro een fles siroop. Daarna verkoopt hij glazen limonade voor 60 cent per glas. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
Tip: Bedenk eerst de pijlenketting!
A
aantal x 0,60 + 5 = winst
B
aantal x 0,60 - 5 = winst
C
aantal + 5 x 0,60 = winst
D
aantal - 5 x 0,60 = winst

Slide 14 - Quiz