De bouw van organismen

Wat heb je onthouden?
Begrippen van basisstof 1

Voor de meeste vragen krijg je 10 seconden!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat heb je onthouden?
Begrippen van basisstof 1

Voor de meeste vragen krijg je 10 seconden!

Slide 1 - Slide

Heb je de aantekeningen en basisstof 1 voor deze les geleerd (huiswerk!)
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

De biologische benaming voor 'levend wezen' is...
A
orgaan
B
orgasme
C
organisme
D
oorgaanstelsel

Slide 3 - Quiz

In welk deel van een plantaardige cel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole

Slide 4 - Quiz

In welk deel van een plantaardige cel bevindt zich de celkern?
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole

Slide 5 - Quiz

Welk deel heeft een dierlijke cel niet?
A
celmembraan
B
celwand
C
cytoplasma
D
celkern

Slide 6 - Quiz

Hoe heten de kenmerken waaraan je kunt zien dat iets leeft?

Slide 7 - Open question

Welke (zeven) levenskenmerken ken je?
(apart invoeren!)

Slide 8 - Mind map

Welk van de volgende begrippen is GEEN levenskenmerk?
A
ademen
B
groeien
C
voelen
D
voortplanten

Slide 9 - Quiz

Jan heeft in de puberteit zwaardere spieren en een bredere borstkas gekregen. Dit is een voorbeeld van:
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 10 - Quiz

In welke levensfase leert een kind fietsen?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber

Slide 11 - Quiz

Wat is kenmerkend voor de levensfase 'puber'?
A
cognitieve kennis opdoen
B
sociale groepen vormen
C
zelfstandig worden

Slide 12 - Quiz

De bouw van een organisme
Basis: blz. 16-21, Kader/TL: blz. 15-16

Slide 13 - Slide

Hoe worden borstholte en buikholte van elkaar gescheiden?

Slide 14 - Slide

Welke orgaanstelsel zie je hier?

Slide 15 - Slide

Organisatieniveaus

Slide 16 - Slide

Organisatieniveaus

van groot naar klein:

...
orgaanstelsel
...
weefsel
...


(welke drie woorden ontbreken?)

Slide 17 - Slide

Organisatieniveaus

van groot naar klein:

organisme
orgaanstelsel
orgaan
weefsel
cel
Cellen vormen samen weefsels.
Organen bestaan uit meerdere weefsels.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Door welk orgaan woreen de borstholte en buikholte van elkaar gescheiden?

Slide 21 - Open question

Borstholte
Buikholte
maag
hart
lever
long
nier
alvleesklier
luchtpijp
baarmoeder

Slide 22 - Drag question

Tot welk orgaanstelsel behoort het hart?
A
verteringsstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
zenuwstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 23 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel behoort de lever?
A
verteringsstelsel
B
beenderstelsel
C
voortplantingsstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 24 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel behoort de schedel?
A
verteringsstelsel
B
beenderstelsel
C
voortplantingsstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 25 - Quiz

Wat is het grootst?
A
orgaanstelsel
B
organisme
C
orgaan
D
weefsel

Slide 26 - Quiz

Over welk onderdeel wil je nog extra uitleg?

Slide 27 - Poll

Maak nu de opdrachten in je werkboek
Basis: blz. 17 t/m 23
Kader / TL: blz. 17 t/m 20

Kijk je antwoorden na!

Slide 28 - Slide