In welke Nederlandse provincie eiste de Spaanse griep vooral veel slachtoffers?
A
Noord-Holland
B
Groningen
C
Brabant
D
Drenthe
Slide 6 - Quiz
Hoelang duurde het voordat je ziek werd van de Spaanse griep?
A
Eén tot twee dagen.
B
Tien tot veertien dagen.
C
Twee tot drie weken.
D
Eén tot twee maanden.
Slide 7 - Quiz
De streekhistoricus A. Metselaar bezoekt met de cameraploeg de begraafplaats waar ongeveer negentig mensen begraven liggen die zijn omgekomen aan de Spaanse griep. Hoeveel van die mensen werden er in één week begraven?
A
9
B
17
C
23
D
29
Slide 8 - Quiz
Op welke ziekte leek de Spaanse griep qua verschijnselen?
A
longontsteking
B
keelontsteking
C
blaasontsteking
D
hersenvliesontsteking
Slide 9 - Quiz
J. Damming, iemand die de Spaanse griep heeft gehad, vertelt dat dokter Broekhof tegen een paar dames zei: "Jan gaat de kuil in", toen ze vroegen hoe het met Jan ging. Wat bedoelde de dokter daarmee?
A
Jan zal helpen met het begraven van de slachtoffers.
B
Jan zal overlijden en begraven moeten worden.
C
Jan zal gaan drinken in de kroeg.
D
Jan zal nog lang in zijn bedstee moeten uitzieken.
Slide 10 - Quiz
Welk advies / welke adviezen werd(en) er NIET gegeven om de verspreiding van het virus tegen te gaan?
A
Adviezen met betrekking tot de algemene hygiëne.
B
Het goed ventileren van ruimten.
C
Het dragen van mondbedekking.
D
Het niet met grote aantallen mensen bij elkaar komen.
Slide 11 - Quiz
Wat zorgde ervoor dat het virus vrij snel op verschillende plaatsen werd uitgezaaid?
A
Het vliegverkeer.
B
De troepenverplaatsingen.
C
De import en export van Spaanse sinaasappels.
D
Mensen hoestten tegen elkaar aan.
Slide 12 - Quiz
Hoe liep de (waarschijnlijk) eerste Drentse patiënt Spaanse griep op?
A
De soldaat was ziek van het front thuisgekomen.
B
De schippersknecht had tijdens een reis te weinig vitamine C gehad.
C
De soldaat had geholpen slachtoffers van de Spaanse griep te begraven.
D
De schippersknecht had dokter Broekhof met zijn boot naar zieken in andere provincies gevaren.
Slide 13 - Quiz
Welke mensen werden er vooral ziek?
A
Kinderen onder de tien
B
Jongeren tussen de tien en twintig
C
Mensen tussen de twintig en vijftig
D
Mensen van boven de vijftig
Slide 14 - Quiz
Bekijk de story in de volgende link (hiervoor heb je een koptelefoon of oortjes nodig):