Bezittelijke voornaamwoorden D-N en N-D
in de 1ste en 4de naamval Seite 64
Voorzetsel met de 4de naamval D-N Seite 64
Vokabeln (woordjes) Schritt 18 und Schritt 20 Seite 113
persoonlijke voornaamwoorden Seite 119
Let op! je moet bij de toets ook zinnen vertalen naar het Duits.