H1.5 Woorden Basis - les 2

Welkom 3A
3BU: Start met de woordzoeker in stilte!
Klaar? Maak een zin met 3 woorden uit de woordenlijst. Daarna, 4..5...6...7...etc 
Tip: Leg alles wat je nodig hebt op tafel!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 3A
3BU: Start met de woordzoeker in stilte!
Klaar? Maak een zin met 3 woorden uit de woordenlijst. Daarna, 4..5...6...7...etc 
Tip: Leg alles wat je nodig hebt op tafel!

Slide 1 - Slide

Inloggen in Talent
Mijn Clusius
ELO
Lesmateriaal
Talent
Klassencode: 969751
Marco
Jay
Fen
Nikky-Jaynay

Slide 2 - Slide

Doel van deze les
Je leert vaste voorzetsels bij werkwoorden en in uitdrukkingen gebruiken;

Je leert 25 nieuwe woorden gebruiken.

Slide 3 - Slide

Wat is een voorzetsel?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voorzetsel
Met een voorzetsel kun je een waar en wanneer aangeven.
Zij staat voor het huis.
Hij is in het huis.
Hij blijft hier tot zaterdag.
Zij begint per vandaag.
Ik ben hier sinds vorige week.

Slide 6 - Slide

..vogelkooitje of ...het feest



tijdens het feest, tot het feest, zonder het feest…



Slide 7 - Slide

Ik - de ander - samen nog meer
Ik - 2 minuten -
schrijf zoveel mogelijk voorzetsels op.


timer
2:00

Slide 8 - Slide

De ander
Vergelijk jouw woorden met je buur.
Schrijf de voorzetsels die je niet hebt ook op jouw blad.

Slide 9 - Slide

samen nog meer
Bedenk samen nog meer voorzetsels
Schrijf ze beiden op.
Welk 2-tal heeft de meeste
voorzetsels?
timer
2:00

Slide 10 - Slide

Voorzetsels
voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens…

Slide 11 - Slide

Vaste voorzetsels
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel. Dat betekent dat je daar geen ander voorzetsel bij kunt gebruiken.
Bijvoorbeeld:
• slagen voor een examen, bijdragen aan het resultaat



Slide 12 - Slide

Vaste voorzetsels
Er zijn ook uitdrukkingen met een vast voorzetsel.
Voorbeelden:
• ergens spijt van hebben
• akkoord gaan met het voorstel

De vaste voorzetsels kun je vinden in een woordenboek.


Slide 13 - Slide

Samen oefenen
H1.5 Opdracht 15 en 16

Slide 14 - Slide

Aan het werk
Maak opdracht 17 en 20
Ga daarna verder met 4 t/m 8 en 3
Klaar? Nakijken
Huiswerk: opdr. 21, inleveren in Teams

Slide 15 - Slide

H1.5 - 2, 3, 5 t/m 7 extra: 8, 17 en 20
Marco
Jay
Bo
Amber
Renske
Nikky-Jayney
Melissa
Sepp
Babette
Gert-jan
Tijs
Alicia
Melanie
Fen
Leroy

Slide 16 - Slide

Huiswerk - opdracht 21

Ze kon zich niet afzetten tegen haar ouders, want haar ouders deden meteen mee.
Maak of zoek zelf een tekening of foto over een werkwoord of een uitdrukking met een vast voorzetsel.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
vrijdag 16-9
Opdracht 21 H1.5
Inleveren via Teams

Verhaal OPERA,
inleveren via Teams

Slide 18 - Slide

Hoe werken we in Talent online?

Slide 19 - Slide

Evaluatie
Zijn er nog vragen?

Lesdoel behaald?

Kan je thuis verder werken?

Slide 20 - Slide

Huiswerk
vrijdag 10-9
Werkboek:
H1.5, Maak opdr 3 t/m 7

Online:
9 t/m 11A, 12A, 15
Leer de woorden 1 en 2.
Gebruik de woordtrainer!

 

Slide 21 - Slide

Welkom 1A
3BU:
Start met de woordzoeker
Klaar? Stillezen
In stilte!
Tip: Leg alles wat je nodig hebt op tafel!

Slide 22 - Slide

Huiswerkcontrole
Online:
9 t/m 11A, 12A, 15
Leer de woorden 1 en 2.
Gebruik de woordtrainer!

Slide 23 - Slide

Wat is het doel van deze les?
- Ken je de moeilijke woorden al?

- Je leert wat een samenstelling is.

Slide 24 - Slide

Welkom 1A
Start met 7 minuten stillezen.
Spullen klaarleggen: werkboek, schrift, etui, agenda, blokje

Slide 25 - Slide

Wat is het doel van deze les?
- Ken je de moeilijke woorden al? Dat gaan we controleren met een quiz.

- We kijken naar het Jeugdjournaal, je leert over wat er gebeurt in de wereld.

Slide 26 - Slide

Quiz per seconde wijzer
1. Schrijf je naam op het blad
2. lees alle woorden een aantal keer goed door
3. De quiz: luister naar de omschrijving van het woord
4. Zet het nummer achter het juist woord.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Welkom 1A
3BU:
Start met de woordzoeker. Klaar? stillezen

Slide 40 - Slide

Wat is een samenstelling?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Zelfstandig werken
Maak opdracht 18, 19 en 20 blz. 44
Klaar? steek je vinger op, zelf nakijken.
Speel: samenstelling-ganzenbord

Slide 43 - Slide