Woorden - les 3 - H.1.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Woorden - Hoofdstuk 1.5

Woorden - Hoofdstuk 1.5

Doelen:  

Herhalen:

- begrijp je de betekenis van 20 examenwoorden;

- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten

- weet je wat een woordvierkant is

Na deze les:

- ken je vaste voorzetsels bij werkwoorden en in uitdrukkingen

stappenplan moeilijke woorden

Woordtrainer oefenen

Oefen met de examenwoorden uit hoofdstuk 1 via de woordtrainer in Talent

Wat is de betekenis van 'de beroepsbeoefenaar'?

1. iemand die een bepaald beroep heeft
2. een andere mogelijkheid hebben
3. iemand met een eigen bedrijf
4. het personeelslid, iemand die ergens werkt

Wat is de betekenis van 'zich iets realiseren'?

1. iets wat je goed kunt
2. last hebben van
3. beseffen, zich bewust worden van iets
4. de ingeving, het idee

Wat is de betekenis van 'door de bomen het bos niet meer zien'?

1. zeggen dat iets klopt, toegeven
2. het geheel niet meer zien doordat er te veel informatie is
3. het vermogen om iets snel te begrijpen
4. een grote liefde voor iets

steeds iets anders doen, de variatie

1 het verloop

2 de vooruitgang

iets wat je goed kunt

de ontwikkeling

de vaardigheid

de afwisseling

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel. Bijvoorbeeld:

• slagen voor een examen; 
• bijdragen aan het resultaat.
  

Er zijn ook uitdrukkingen met een vast voorzetsel. Bijvoorbeeld:

• ergens spijt van hebben;
• akkoord gaan met het voorstel.

De vaste voorzetsels kun je vinden in een woordenboek. Kijk dan bij het werkwoord of bijnhet belangrijkste woord in de uitdrukking.

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.

Mijn baas heeft veel aandacht                            de vaste klanten.

__________

tegen

met

voor

aan

onder

boven

naar

Maken woorden 1.5  opdr. 15 t/m 18

Klaar?

• oefenen met woordentrainer
• ander huiswerk