C.Klassen > herhaling 4e nv en die kleine Biene Sina

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling

1.  Vraagwoorden

2. Persoonlijke  

     voornaamwoorden 

     1e & 4e naamval

Wie

Wat

Waar vandaan

Hoe

Waar

Waarom

wer

wo

wie

was

woher

Warum

Een persoonlijk voornaamwoord kan van vorm veranderen in de Duitse taal, bijvoorbeeld ik > mij. Dit noemen wij o.a. de naamvallen.

1. Richtig
2. Falsch

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval:

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval

u

haar

hem

het

jou

ons

jullie

hen

mij

Sie

uns

ihn

euch

dich

sie

es

sie

mich

Voorzetsels met de 4e naamval

Géén voorzetsel met de 4e naamval

durch

mit

aus

für

gegen

nach

ohne

von

um

bis

zu

entlang

Voorzetsels 4e nv

durch

ohne

für

entlang

gegen

um

bis

Wat is de juiste vertaling van de voorzetsels met de 4e naamval? 

durch

für

ohne

um

bis

gegen

entlang

om

door

tot

voor

zonder

tegen

langs

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen u' in het Duits?

1. gegen sie
2. gegen Sie
3. gegen mich
4. gegen ihn

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat is 'voor hem' in het Duits?

1. für ihn
2. um dich
3. ohne Sie
4. für sie

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'door ons' in het Duits?

1. durch euch
2. durch uns
3. ohne uns
4. ohne euch

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat is 'om jullie' in het Duits?

1. um dich
2. um euch
3. um ihr
4. ohne ihn

Hast du die Englischbücher
für ich / mich mitgebracht?

1. ich
2. mich

Das ist Frode Numan.
(Hij) ist unser Biologielehrer.

1. Er
2. Ihn
3. er
4. ihn

Ohne (jou) gehe ich nicht
gerne zur Schule.

1. du
2. dich

Sie macht sich Sorgen
um er / ihn.
Er hat schlechte Noten.

1. er
2. ihn

Beim Sportunterricht
spielen wir Tennis
gegen ihr / euch.

1. ihr
2. euch

Ich mache mir Sorgen um (haar)!
(Zij) hat schon wieder eine 5 in Mathe.

1. ihr - Sie
2. sie - sie
3. sie - Sie
4. sie - ihr

Hast (jij) die Hausaufgaben
für (mij)?

1. er - mich
2. du - ich
3. ich - mich
4. du - mich

(Ik) schaffe das auch
ohne (hem).

1. ich - ihm
2. Ich - er
3. Ich - ihn
4. ich - sie

Ihr spielt gut! Beim Klassenspiel verlieren wir immer (tegen jullie).

1. gegen euch
2. gegen ihr

Frau Weber, wir gehen heute
(zonder u) in die Sporthalle.

1. ohne sie
2. ohne Sie
3. ohne ihr
4. ohne Ihnen

K.6. - Seite 18 

Opgave 10

1. luisteren & meelezen: 

    die kleine Biene Sina

2. Let op uitspraak s-klank

3. Vat het verhaal samen

4. Huiswerk: tekst zelf  

    voorlezen in Flip!

K.6. - Seite 18 

Opgave 10

1. luisteren & meelezen: 

    die kleine Biene Sina

2. Let op uitspraak s-klank

3. Vat het verhaal samen

4. Huiswerk: tekst zelf  

    voorlezen in Flip!

3. Waar gaat die kleine Biene Sina over?
Vat in je eigen woorden samen.

K.6. - Seite 18 

4. Huiswerk: tekst zelf  

    voorlezen in Flip!

Link naar Flip en deze opdracht vind je in Classroom!

Kun je persoonlijke voornaamwoorden in de
1e & 4e naamval toepassen?

1. 1 ik snap er helemaal niks van, ik ga maandagmiddag Hossen bij Bloom.
2. 2 ik vind het lastig, ik ga de lespowerpoint par. C nog terugkijken in classroom.
3. 3 ik denk wel dat ik het begrijp, ik bestudeer het boek nog en stel daarna evt nog vragen aan ROP.
4. 4 ik snap het helemaal.

Keuzetijd:

1.  Flip opnemen (mag buiten)

2. Starten met je Mindmap over alle leerstof hoofdstuk 6

     inleveren = 0,5 bonus bij je toets!!!