What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dubbele bloedsomloop en hart
De bloedsomloop en het hart
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De bloedsomloop en het hart
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de grote en de kleine bloedsomloop onderscheiden met hun functies
Je kunt de delen van een hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
Je kunt beschrijven hoe de hartslag verloopt
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Bloedsomloop
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Kleine bloedsomloop
linker
boezem
linker
long
ader
linker
long
slagader
haarvaten
rechter
long
rechter
kamer
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart, dit noemen we de
A
Enkele bloedsomloop
B
Dubbele bloedsomloop
Slide 10 - Quiz
Met welke kleur geven we zuurstofrijk bloed aan?
A
Blauw
B
Rood
Slide 11 - Quiz
Het hart brengt in de grote bloedsomloop het bloed naar de:
A
organen
B
longen
Slide 12 - Quiz
1 en 2
A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader
Slide 13 - Quiz
Welke kleppen hebben geen nummer?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen
Slide 14 - Quiz
De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
5 en 6
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders
Slide 16 - Quiz
Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen
Slide 17 - Quiz
De kleppen nr 8. voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 20 - Quiz
Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde
Slide 21 - Quiz
Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand
Slide 22 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 23 - Quiz
Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta
Slide 24 - Quiz
Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem
Slide 25 - Quiz
De hartkleppen zorgen
ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 26 - Quiz
Welke stelling is NIET goed?
A
Je longader is zuurstofarm en je longslagader is zuurstofrijk
B
De linkerkamer pompt bloed in je aorta
C
De onderste en bovenste holle ader komen uit in de linkerkamer
D
De halvemaanvormige kleppen en je hartkleppen zorgen ervoor dat je bloed niet terugstroomt
Slide 27 - Quiz
Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 28 - Quiz
Welk bloedvat moet op plaats 2 staan?
A
Longslagader
B
Longader
C
Holle aders
D
Aorta
Slide 29 - Quiz
Stroomt door de longslagader zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm
Slide 30 - Quiz
Welke organen staan bij A?
A
Hart
B
Organen rest van het lichaam
C
Longen
Slide 31 - Quiz
More lessons like this
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - oefenvragen
April 2019
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B3 Je hart - oefenen
April 2019
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
April 2019
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bloedsomloop
January 2019
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
KM2A oefenen online so
January 2021
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
BS 2: De bloedsomloop en het hart
March 2023
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Lesson with
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Thema Transport basisstof 2 De bloedsomloop en het hart
February 2023
- Lesson with
23 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4