Werkwoord spelling

faxen: Hij ......(vt) dat jullie gisteren kwamen.
A
faxte
B
faxtte
C
faxde
D
faxten
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

faxen: Hij ......(vt) dat jullie gisteren kwamen.
A
faxte
B
faxtte
C
faxde
D
faxten

Slide 1 - Quiz

promoten: Dat meisje ..... (tt) padel al een paar jaar.
A
promood
B
promootte
C
gepromoot
D
promoot

Slide 2 - Quiz

timen: De snelste tijd werd toen ......(vd)
A
getimet
B
getimed
C
getijmt
D
geteimd

Slide 3 - Quiz

barbecueën: In de zomer ........... wij veel. (vt)
A
barbecueden
B
bbq-den
C
bbqden
D
barbecueten

Slide 4 - Quiz

joggen: Die buurjongen ..... iedere dag
(tt)
A
jogde
B
jogte
C
jogt
D
jogd

Slide 5 - Quiz

flirten: De jongens ............ er flink op los. (vt)
A
flirten
B
flirtten
C
flirt
D
florten

Slide 6 - Quiz

deleten: Mijn vader .......... het gedownloade programma. (vt)
A
gedelete
B
deleet
C
deleette
D
deletete

Slide 7 - Quiz

finishen: Die docent ........... als laatste. (vt)
A
finishte
B
finisde
C
eindigde
D
eindigte

Slide 8 - Quiz

leasen: de auto kon helaas niet ........ worden (vd)
A
geleest
B
geleast
C
geleased
D
geleset

Slide 9 - Quiz

breakdancen: Hij ...... in een populaire dansgroep. (tt)
A
breakdanset
B
breakdansed
C
breakdanst
D
breakdancet

Slide 10 - Quiz

gebeuren: Het ..... altijd op het verkeerde moment. (tt)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurde
D
gebeurden

Slide 11 - Quiz

Verhuizen: Vorig jaar was hij ...... naar Den Haag. (vt)
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuizt
D
verhuizd

Slide 12 - Quiz

tackelen: De jonge voetballer werd vaak ........... (vd)
A
getackelt
B
getakelt
C
getackeld
D
getackeldt

Slide 13 - Quiz

Chatten: In de herfstvakantie ......... ze uren met hem. (vt)
A
chat
B
chatt
C
chat
D
chatte

Slide 14 - Quiz

interesseren: Ben je eigenlijk wel .......... in wat ik je te zeggen heb? (vd)
A
geïnteresseerd
B
geintereseert
C
ge-interesseerd
D
ge-interesseert

Slide 15 - Quiz