What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les 9
Bonsoir!
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Beroepsopleiding
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonsoir!
Slide 1 - Slide
www.podcastfrancaisfacile.com
Slide 2 - Link
Programme
Huiswerk?
Wat hebben we vorige les gedaan?
Doel van vandaag:
Quelle est votre profession?
onbepaald lidwoord
avoir
faire
Slide 3 - Slide
Wat hebben we vorige les gedaan?
de ontkenning herhalen
herhalen getallen tot 100
Quelle est votre profession? (inleiding)
Slide 4 - Slide
om te onthouden!
Qu'est-ce que vous faites comme travail?
Qu'est-ce que tu fais comme travail?
Quelle est votre profession?
Quelle est ta profession?
travailler
bosser
le travail
le boulot
Slide 5 - Slide
Tekstboek maken: Quelle est ta profession?
Opdracht
1 A p. 23
1 B p. 23
Nr 28 p 19
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
enkelvoud
enkelvoud
le garçon
de jongen
le collège
de school
l'ami
de vriend
l'hôtel
het hotel
la fille
het meisje
la classe
de klas
l'amie
de vriendin
un garçon
een jongen
un collège
een school
un ami
een vriend
un hôtel
een hotel
une fille
een meisje
une classe
een klas
une amie
een vriendin
Slide 8 - Slide
meervoud
meervoud
les garçons
de jongens
les collèges
de scholen
les amis
de vrienden
les hôtels
de hotels
les filles
de meisjes
les classes
de klassen
les amies
de vriendinnen
des garçons
jongens
des collèges
scholen
des amis
vrienden
des hôtels
hotels
des filles
meisjes
des classes
klassen
des amies
vriendinnen
Slide 9 - Slide
Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
De/het
le
la
les
l’
l’
Een
un
une
des
Slide 10 - Slide
Vervang door un/une/des
le garçon- .....garçon
A
un
B
une
C
des
Slide 11 - Quiz
Vervang door un/une/des
les tentes- .......tentes
A
un
B
une
C
des
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Léna est (een) ___ amie [v] de Thomas.
A
un
B
une
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Dans le métro, il y a ___ touristes [mv].
A
des
B
les
Slide 14 - Quiz
Opdracht maken
tekstboek 2 B p.24
tekstboek 2 C p.24
geluidsfragment 41
Slide 15 - Slide
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "
avoir
" met vertaling :
Slide 16 - Slide
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 17 - Drag question
Hoe vertaal je "men heeft" in het Frans ?
A
ils ont
B
nous avons
C
j'ai
D
on a
Slide 18 - Quiz
We gebruiken het werkwoord "avoir" echt heel vaak !
Wat betekenen de
rood
gekleurde woorden volgens jou ?
1 Tu
as
encore des contacts?
2 j'
ai
de la chance
!
3 ils
ont
trois enfants.
Het zijn allemaal
vormen
van het
hele
werkwoord "
avoir
".
Slide 19 - Slide
Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben
Slide 20 - Quiz
opdracht maken
tekstboek 3 a p 24
Slide 21 - Slide
les devoirs
Werkboek:
opdrachten 17, 18,19 blz 22
opdrachten 21 en 22 blz 23
extra: maken opdrachten van sites op volgende dia's
Slide 22 - Slide
www.cestfacile.eu
Slide 23 - Link
apprendre.tv5monde.com
Slide 24 - Link
More lessons like this
hoofdstuk 2 Grandes Lignes
January 2018
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 8
October 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Beroepsopleiding
La phrase interrogative (avec mot interrogatif)
October 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
DELF A1
October 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
B1B Chapitre 5 les 11
March 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4. Histoires Personnelles : Biographie
February 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vraagwoord quel
April 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
A3 - Cours 28 | Au bureau de police
March 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3