6-5 bis 8-5 K5 grammatik K5

Zukunft
1 / 50
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zukunft

Slide 1 - Slide

Montag, den 6. Mai 2024 
  • Willkommen
  • erzählen Ferien 
  • Wiederholungsaufgaben
  • Schreiben
  • Hausaufgaben morgen
  • Zum Schluss

Slide 2 - Slide

Ferien
Beschreibe in mindestens zwei Sätze was du in deinen Ferien gemacht hast.

Beispiel:
Ich war in Dänemark
Ich war am Strand



timer
3:00

Slide 3 - Slide

Wiederholung

Slide 4 - Slide

Grammatik Kapitel 5
Noteer in je schrift
  • Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd er iets in de stam bij sterke ww met een a of een e in de stam?
  • Wat is de standaardregel bij sterke ww met e in stam?
  • Noem uitzonderingen?
  • Wat gebeurt er bij sterke ww met een a in de stam?
  • Welke sterke ww horen ook bij regel met a in de stam?

Slide 5 - Slide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd de stam bij sterke werkwoorden met een e of een a in de stam?

Slide 6 - Open question

Wat is de standaardregel voor sterke ww met e in stam?

Slide 7 - Open question

Bij welke sterke ww met e in de stam is er geen i/ie wissel?

Slide 8 - Open question

Bij welke sterke ww met e in stam krijg je geen ie, maar wel een i

Slide 9 - Open question

Wat kun je nog vertellen over treten en halten?

Slide 10 - Open question

Wat kun je vertellen over halten?

Slide 11 - Open question

Welke twee sterke ww krijgen ook een Umlaut?

Slide 12 - Open question

üben  Seiten 79-80
Aufgaben 40 + 41
  • Selbstständig machen
  • Fertig: Weiter gehen mit Aufgabe 42 + 43
  • Besprechen 40 + 41

Hausaufgaben 42 + 43
  • Selbstständig machen
  • Fertig: Lernen Lernliste
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Aufgabe 40 
Tja, in 10 Jahren … Ich weiß noch nicht mal, was ich nach der Schule machen will. Ich weiß nicht einmal, ob ich überhaupt weiter zur Schule gehen möchte! Vielleicht eine Weltreise machen oder berühmt werden? Ich bin nicht sicher, ob ein Studium oder eine Ausbildung das Richtige für mich ist. Ich frage mich, ob es noch andere Möglichkeiten gibt, meine Träume zu verwirklichen. Vielleicht zuerst durch Amerika reisen oder doch ein Praktikum machen und Erfahrungen sammeln, damit ich weiß, was zu mir passt? Helft bitte!

 

Slide 14 - Slide

Aufgabe 41
1 in zehn Jahren

2 ich weiß nicht, ob ich …
3 mein absoluter Wunschtraum
4 Sänger oder Schauspieler zu werden
5 ist mir das gelungen
6 Ich bin nicht sicher, ob …
7 Ich frage mich, ob …
8 was zu mir passt 






Slide 15 - Slide

Lernliste üben
Voor aankomende toets:
Online leermiddelen Duits - Kapitel 5 - Slim stampen

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben
7 Mai
Hausaufgaben 42 + 43
Seite 79+80

Slide 17 - Slide

Dienstag, den 7. Mai 2024 
  • Willkommen
  • Nachsehen Aufgaben 
  • Wiederholungsaufgaben
  • Grammatik Fragen beantworten
  • Sprachmittel üben
  • Schreiben
  • Hausaufgaben Woche 20
  • Zum Schluss

Slide 18 - Slide

Aufgabe 42 a

1 fange ich an
2 Ich fliege nach Paris!
3 Ich gehe in den Supermarkt.
4 Ich möchte ins Ausland gehen.
5 Was macht ihr morgen?




Slide 19 - Slide

Aufgabe 42 b

Endlich einen Praktikumsplatz gefunden! Nächste Woche fange ich an! #Siemens
#Zukunftspläne Ich möchte im Ausland arbeiten.
Was macht ihr morgen, Leute?
@SAKU Ich fliege nach China!!!
@SAKU Ich gehe zum Supermarkt. 












Slide 20 - Slide

Aufgabe 42 c
1 gehen als het lopen betekent. (gehe zu Fuß zum Supermarkt)

2 möchten als het gaat om een wens voor de toekomst. (möchte im Ausland arbeiten)
3 het hoofdwerkwoord in de tegenwoordige tijd als het gaat om nabije toekomst. (macht ihr morgen)
4 een werkwoord dat hoort bij het vervoermiddel als het gaat om een verplaatsing met een vervoermiddel. (fliege mit dem Flugzeug nach China) 


Slide 21 - Slide

Aufgabe 43
1 Möchtest du ein Praktikum machen?

2 Was kaufst du für Oma?
3 Geht ihr zur Bushaltestelle?
4 Sie möchte eine Weltreise machen.
5 Ich fahre morgen mit dem Zug nach Berlin.
 




Slide 22 - Slide

NAKIJKEN

Slide 23 - Slide

Sehen 
Je gaat kijken en luisteren
naar een uitzending
van Logo.
Daarbij maak je een 
aantal opdrachten.
Ga naar de volgende slide.

Slide 24 - Slide

machen Aufgaben 
Wiederholungsaufgaben K5:          1, 2, 4 und 5 Seiten 136-138





timer
10:00

Slide 25 - Slide

Sehen 
Voordat je gaat kijken , schrijf je de volgende vragen in je schrift.
Noteer per onderwerp:
  • In welk land of welke plaats speelt dit onderwerp zich af?
  • Wat zijn de namen van de mensen waar het onderwerp over gaat?
  • Welke drie kernwoorden zijn te bedenken bij ieder onderwerp?

Slide 26 - Slide

vor dem Sehen 
De uitzending van Logo bevat 5 items.
Waar gaan de items over? schrijf de 3 items op die in het begin gezegd worden

Je vindt de afbeeldingen op de volgende 3 slides.

Slide 27 - Slide

Fragment 1
Fragment 2

Slide 28 - Slide

Fragment 3
Fragment 4

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

nach dem Sehen 
  • Schrijf in je schrift:
Welk item sprak jou het meeste aan sprak en waarom?
En? Waren jouw voorspellingen goed?
  • Check in je schrift of de onderwerpen dezelfde waren als jouw voorspelling.

Fertig? Dann gehe bitte zum nächsten Slide.



Slide 31 - Slide

Wiederholungsaufgaben Seiten 138-139
  • Aufgaben 6, 7 und 8
  • Selbstständig machen
  • Fertig: Lernen Grammatik, Lernliste, Sprachmittel.
  • Besprechen Aufgaben 6, 7 und 8
timer
1:00

Slide 32 - Slide

Hausaufgaben Mitwoch
Aufgabe 6+7+8 seite 138-139






Slide 33 - Slide

Fragment 5

Slide 34 - Slide

Mitwoch, den 8. Mai 2024 
  • Nachsehen Aufgaben 
  • Wiederholung Grammatik
  • Lesen

Slide 35 - Slide

Grammatik Kapitel 5
  • Wat zijn sterke werkwoorden? 
  • Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd er iets in de stam bij sterke ww?
  • Wat is de standaardregel bij sterke ww met e in stam?
  • Noem uitzonderingen?
  • Wat gebeurt er bij sterke ww met een a in de stam?
  • Welke sterke ww horen ook bij regel met a in de stam?

Slide 36 - Slide

Grammatik: starke Verben
  • Wat zijn sterke werkwoorden?
  • Sterke werkwoorden met een e of a in de stam.
  • Alleen bij du / er / sie / es / man verandert er iets in de stam!!!!

Slide 37 - Slide

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie
  • maar ook hier uitzonderingen!!!

Slide 38 - Slide

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m -> du nimmst/er/sie/es nimmt
  3. geben -> i niet ie
  4. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t     treten -> i niet ie
       du trittst  
       er/sie/es/man tritt

Slide 39 - Slide

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 40 - Slide

Lesen            Seiten 82-84
Aufgabe 45: Deutsch(land) im Profil
Vor dem Lesen/Lesen/Nach dem Lesen
Leseverstehen Tipps!!!
  • Selbstständig machen
  • Fertig: Lernen Lernliste, Grammatik und Sprachmittel + Aufgabe 46 (Bedeutung wählen.
  • Besprechen Aufgabe 45 + 46


timer
1:00

Slide 41 - Slide

Sehen 
Je gaat kijken en luisteren
naar een uitzending
van Logo.
Daarbij maak je een 
aantal opdrachten.
Ga naar de volgende slide.

Slide 42 - Slide

Während Sehen 
Voordat je gaat kijken , schrijf je de volgende vragen in je schrift.
Noteer per onderwerp:
  • In welk land of welke plaats speelt dit onderwerp zich af?
  • Wat zijn de namen van de mensen waar het onderwerp over gaat?
  • Welke drie kernwoorden zijn te bedenken bij ieder onderwerp?

Slide 43 - Slide

vor dem Sehen 
De uitzending van Logo bevat 5 items.
Waar gaan de items over? schrijf de 3 items op die in het begin gezegd worden

Je vindt de afbeeldingen op de volgende 3 slides.

Slide 44 - Slide

Fragment 1
Fragment 2

Slide 45 - Slide

Fragment 5

Slide 46 - Slide

Fragment 3
Fragment 4

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Link

nach dem Sehen 
  • Schrijf in je schrift:
Welk item sprak jou het meeste aan sprak en waarom?
En? Waren jouw voorspellingen goed?
  • Check in je schrift of de onderwerpen dezelfde waren als jouw voorspelling.

Fertig? Dann gehe bitte zum nächsten Slide.



Slide 49 - Slide

Slide 50 - Link