hoofd- en bijzaken - opdr 2

hoofd- en bijzaken - opdr 2
Goedkoper treinen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

hoofd- en bijzaken - opdr 2
Goedkoper treinen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In de titel van tekst 2 is 'treinen' een werkwoord. Met het woord 'treinen' wordt hier bedoeld...

Slide 3 - Open question

Met het woord 'treinen' wordt bedoeld dat je per trein reist. 
Noteer de kernzin van alinea 1. Noteer de eerste twee en de laatste twee woorden.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Door welk signaalwoord (woordgroep) wordt duidelijk dat er een uitleg komt bij de hoofdzaak?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

De eerste zin van alinea 2, 3 en 4 is een kernzin.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is de dagkaart volgens de tekst geldig of niet?

Teun van 19 gaat om 7.00 uur vanuit Groningen met de NS naar zijn vriendin in Amsterdam.

A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Is de dagkaart volgens de tekst geldig of niet?

Lotte van 16 reist om 11.00 uur vanuit Leeuwarden met de NS naar Utrecht en wil om 17.00 uur weer terug.

A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Is de dagkaart volgens de tekst geldig of niet?

Anil van 14 wil om 10.00 uur met vervoerder Arriva naar Delfzijl om zijn oma te bezoeken.

A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is de dagkaart volgens de tekst geldig of niet?

Kosheen wil een weekendje naar zijn vrienden in Maastricht, hij reist met de NS en vertrekt om 8.00 uur vanuit Alkmaar en reist zondag om 20.00 uur retour.

A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is de dagkaart volgens de tekst geldig of niet?

Trijnke gaat om 8.30 uur met de NS vanuit Zwolle een dagje naar haar zus in Rotterdam en in Rotterdam wil ze een deel met de tram.

A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat wil NS uiteindelijk bereiken met de goedkopere kaarten voor jongeren?

Slide 12 - Open question

De NS wil bereiken dat meer jongeren de trein gebruiken en als nieuwe generatie de trein graag gebruiken.