persoonlijke verzorging les 7 periode 2

Persoonlijk zorg
slaap en waak
les 7
1 / 27
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Persoonlijk zorg
slaap en waak
les 7

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Functies en kenmerken van slaap benoemen.
  • Factoren die de slaap beinvloed benoemen.
  • Slaap- waakritme observeren en beredeneren. 
  • Acties benoemen om het slaap- waakritme te bevorderen.
  • Werking van slaapmiddelen kunnen toelichten. 
  • Hulp bieden bij slaapproblemen.
  • Bij het bevorderen van slaap actief rekening houden met de mogelijkheden, wensen en gewoonten van de zorgvrager. 
  • De naastbetrokkenen op een overtuigende manier motiveren tot een haalbaar activiteit.
  • Tijdens de nachtdienst de zorgvrager ondersteunen.

Slide 2 - Slide

Weetje:
Mensen slapen 1/3 van hun leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Weetje:
In de meeste gevallen gaan nachtmerries over...
A
Hulpeloosheid
B
Achtervolgt worden
C
Vallen
D
Controle verliezen

Slide 4 - Quiz

Weetje:
1 op de 10 kinderen slaapwandelt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de functies van slapen?

Slide 6 - Mind map

Functies van slapen
  1. Ontspanning van het lichaam.
  2. Ontspanning van de geest. 
  3. Dromen. 

Slide 7 - Slide

Ieder mens heeft een eigen slaap-waakritme, ook wel biologische klok genoemd. Hoeveel uur slaap jij gemiddeld, per 24 uur?

Slide 8 - Open question

Hoeveel slaap stadium heb je?
A
4
B
5
C
3
D
6

Slide 9 - Quiz

Slaapstadium
Stadium 0: Ontspanning
Stadium 1: Vertraging van de lichaamsfuncties
Stadium 2: Totale ontspanning
Stadium 3: Moeilijk te wekken
Stadium 4: Lichamelijk herstel
Stadium 5: Remslaap

Slide 10 - Slide

Factoren die de slaap kunnen beinvloeden: 
Iedere ........................... zijn eigen behoeftes
Ieder zijn eigen wijze en rituelen


Slaapdronken als je wakker wordt, gedwongen houding bij gebroken, geopereerde lichaamsdelen, katheter enz.
Overdag slaperig, bijvoorbeeld door sommige pijnstillers.
Slaappatroon
Lawaai en ongemakken
Medicijnen
Leeftijd

Slide 11 - Drag question

Methodisch werken bij slaap en waak
Vragen die je kunt stellen:
Wat zijn de wensen en gewoonten van de zorgvrager, als je kijkt naar slaaptijden, beddengoed, slaaprituelen?
Is de zorgvrager gewoonlijk na het ontwaken goed uitgerust en klaar voor de dag?
Heeft hij problemen met inslapen?
Maakt hij gebruik van hulpmiddelen?
Heeft hij last van dromen?
Heeft hij last van angst in donkere ruimten?
Is hij te vroeg wakker?
Hanteert de zorgvrager regelmatige perioden voor rust en ontspanning?
Gebruikt de zorgvrager slaapmedicatie?
Wat is het dag-en-nachtritme van de zorgvrager?
Heeft de zorgvrager een gezond dag-en-nachtritme?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Ieder mens heeft een eigen dag-en-nachtritme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Er slaapwandelen meer vrouwen dan mannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Overmatig slapen zorgt voor...
A
Nachtmerries
B
Hart en vaatziekten
C
Depressie

Slide 16 - Quiz

Een verstoord slaap-waakritme
  • Dag en nacht ritme omdraaien 
  • Vreemde omgeving
  • Slapeloosheid
  • Overmatig slapen--> depressie 
  • Slaapwandelen>meer mannen dan vrouwen
  • Nachtmerries>niet goed verwerkte situaties 
  • Bedplassen> angst om bed nat te maken en dan maar wakker blijven   

Slide 17 - Slide

Wat voor klachten zouden de slaap kunnen verstoren?

Slide 18 - Mind map

Klachten die de slaap verstoren
Pijn
Honger en dorst
Gedwongen houding
Psychische klachten

Slide 19 - Slide

Gevolgen van slaap te kort
Een tekort aan slaap heeft op iedereen, gezond of ziek, een groot effect. Te weinig slaap geeft onder andere de volgende verschijnselen:

Afwijkend gedrag: Nervositeit, geïrriteerdheid of zich angstig of apathisch (onverschillig) voelen
Concentratieverlies en geringere opmerkzaamheid: Kan leiden tot ongelukken
Gestoorde gedachtegang en vaak abnormale reactie op prikkels: Zorgvragers die van een mug een olifant maken
Niet meer goed lichamelijk functioneren: Minder werkzaamheden en activiteiten kunnen doen

Slide 20 - Slide

Gestoorde gedachtegang en vaak abnormale reactie op prikkels:

A
Nervositeit, geïrriteerdheid of zich angstig of apathisch (onverschillig) voelen
B
Minder werkzaamheden en activiteiten kunnen doen
C
Zorgvragers die van een mug een olifant maken
D
Kan leiden tot ongelukken

Slide 21 - Quiz

Wat kun jij als zorgverlener doen als je zorgvrager al de gehele dag op bed ligt, hoe zorg jij dat die zorgvrager lekker kan slapen?

Slide 22 - Mind map

Slaapmiddelen zijn verslavend

A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Slaapmiddelen kalmeren en nemen angst weg
Er zijn inslaap en doorslaapmiddelen
Slaapmiddelen remmen epileptische aanval
Je hebt geen recept nodig voor slaapmiddelen. 

Slide 24 - Drag question

Slaapmiddelen ontspannen de...
A
Spieren
B
Zenuwen

Slide 25 - Quiz

Wat kan je met de nachtdienst controleren als de zorgvrager slaapt?
WAAR
NIET WAAR
Ademhaling
Transpireren
Nucturie 
Onrust
Psychische klachten 

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide