This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Stelling: Rechters zijn de shit! Ze staan zelfs boven het recht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Wat is de regulerende functie?
A
Staatsrecht geeft regels en de burger moet zich eraan houden.
B
Staatsrecht geeft regels en de overheid moet zich eraan houden.
C
Staatsrecht geeft regels en de burger en de overheid moet zich eraan houden
D
Staatsrecht geeft regels, maar lang leven de anarchie
Slide 3 - Quiz
Leg de rechtstaatgedachte uit in je eigen woorden.
Slide 4 - Open question
Uit welke artikelen in de Streg kan je afleiden dat de wetgevende en uitvoerende macht geen instructies kunnen geven aan de rechter?
A
art 98 en 99 Streg
B
art 100 en 107 Streg
C
art 101 en 102 Streg
D
art 97 en 98 Streg
Slide 5 - Quiz
Art 98 Streg is wat voor bepaling?
A
constituerende
B
attribuerende
C
regulerende
D
Who cares
Slide 6 - Quiz
zoek art 14 van de Algemeene bepalingen der wetgeving van Curacao op. Wat betekent dit artikel en beschrijf hoe dit past in de gedachte van de trias politica.
Slide 7 - Open question
Stelling: De Staatsregeling is de hoogste wetgeving met bepalingen omtrent de rechtspraak op Curacao.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
De onpartijdigheid van de rechter bestaat uit 2 delen. Beschrijf deze 2 delen en leg het verschil uit.
Slide 9 - Open question
Stelling: het verschil tussen rechtsbescherming door de rechter en door het bestuur is dat het bestuur ook doelmatig kan toetsen en niet slechts de rechtmatigheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
De rechter toetst ex nunc.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Zoek art 45 Lv openbare orde op in je bundel. Benoem het normobject, normsubject, normcondities en norm operator van dit artikel.
Slide 12 - Open question
Leg uit waarom de rechter slechts marginaal kan toetsen indien er meer beoordelingsvrijheid is voor het bestuur.
Slide 13 - Open question
Leg uit wat het verschil is tussen beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid.
Slide 14 - Open question
Art 17 lid 4 RwGHvJ geeft aan dat er een strikte scheiding is tussen de rechters in GEA en in Hoger beroep van dezelfde zaak, waarom is dit.
Slide 15 - Open question
Kijk naar art 3 RwGHvJ. Waarom is het dat er uit naam van de Koning recht wordt gesproken?