This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Huiswerk vandaag
Maken de opdrachten van:
Hoofdstuk 1
paragraaf 5
Slide 1 - Slide
Waarom is er verschil in loon?
steek je hand op als je een reden weet
Slide 2 - Slide
verschil in loon?
Slide 3 - Mind map
Leerdoelen vorige lessen:
je weet het verschil tussen inkomsten in geld en inkomsten in natura.
je weet het verschil tussen inkomsten met tegenprestatie en inkomsten zonder tegenprestatie.
je weet hoe je van maand naar kwartaal rekent enzovoort.
je weet hoe je diverse getallen moet afronden.
je weet wat een tabel is, en hoe je deze moet lezen.
je weet wat het minimumjeugdloon inhoud.
je weet wat een werkgever, en een werknemer is.
je weet wat loon is.
je kent de regels voor scholieren tot ze 18 jaar zijn.
je weet het verschil tussen loon in geld en loon in natura.
je weet waarom de lonen kunnen verschillen
Slide 4 - Slide
Vragen over het huiswerk?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
Leerdoelen deze les:
je weet welke redenen er zijn voor een hoger loon.
Slide 7 - Slide
Huiswerk volgende les
Maken de opdrachten van:
Hoofdstuk 1
Rekentrainer
Slide 8 - Slide
Planning
Rekentrainer bespreken
starten oefentoets
oefentoets bespreken (volgende week)
toets (dinsdag 8 oktober)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opdracht 1
Dilara verdient per week: 120(kranten)x6(dagen)x0,05 =
€ 36,-
Slide 11 - Slide
Opdracht 2
Damian verdient per week: 80x6x0,05 = € 24,-
Slide 12 - Slide
Opdracht 3
Dilara verdient meer als Damian omdat ze meer kranten bezorgt.
Slide 13 - Slide
Opdracht 4
Dilara verdient € 36,-
Damian verdient € 24,-
Ze verdient dus € 12,- meer.
Slide 14 - Slide
Opdracht 5
Als Amber hele dagen werkt en Nelo halve dan zal Amber meer verdienen. Antwoord B is juist.
Slide 15 - Slide
Opdracht 6
Marc is trambestuurder.
Slide 16 - Slide
Opdracht 7
De werktijden als trambestuurder zijn onregelmatig. Er zijn vroege en late diensten.
Slide 17 - Slide
Opdracht 8
Onregelmatige werktijden worden extra beloond door middel van toeslagen.
Slide 18 - Slide
Opdracht 9
Een politieagent zal ook toeslagen krijgen boven het loon. Antwoord C is juist.
Slide 19 - Slide
Opdracht 10
Voor een bakker en leraar zijn de werktijden gelijk. Alleen de politieagent heeft te maken met toeslagen. Ook die werken in diensten en ook in de weekenden en met feestdagen.
Slide 20 - Slide
Opdracht 11
Onregelmatige werktijden hebben ook: artsen en verplegers, maar ook horeca personeel, en mensen in de toeristen branche.
Heb je eigen voorbeelden bedacht, laat ze even controleren door mevrouw Deen als je het niet zeker weet.
Slide 21 - Slide
Opdracht 12
Anja werkt op een call center.
Slide 22 - Slide
Opdracht 13
Anja beantwoord vragen van mensen.
Slide 23 - Slide
Opdracht 14
In de printshop verdiende Anja toen minder.
Slide 24 - Slide
Opdracht 15
Werk in een call center vereist een hogere opleiding. Antwoord B is juist.
Slide 25 - Slide
Opdracht 16
In volgorde van opleiding nodig:
Krantenbezorger
Trambestuurder
Chirurg
Slide 26 - Slide
Opdracht 17
Een tandarts verdient meer dan een receptioniste.
Dit heeft met de benodigde opleiding te maken.
Slide 27 - Slide
Opdracht 18
Het werk van kopman van een wielerploeg is uitzonderlijk, daarvan zijn er niet zoveel.
Antwoord B is juist.
Slide 28 - Slide
Opdracht 19
Als kopman van een wielerploeg zal je meer verdienen. Denk aan de premies die je kunt verdienen als je een wedstrijd wint, en de reclame inkomsten die je krijgt als je reclame maakt.
Slide 29 - Slide
Opdracht 20
Een uitzonderlijk beroep zal meestal meer verdienen dan een gewoon beroep.
Slide 30 - Slide
Opdracht 21
Beroep Uitzonderlijk werk?
gemeenteambtenaar
minister X
profvoetballer X
verkoper sportartikelen
beroemde zangeres X
muziekleraar
Slide 31 - Slide
Opdracht 22
De schoonmaker heeft het laagste loon.
Slide 32 - Slide
Opdracht 23
Een verpleegkundige verdient € 33.000,- per jaar.
Slide 33 - Slide
Opdracht 24
De huisarts verdient € 100.000,-
De verpleegkundige € 33.000,-
Het loon van een verpleegkundige gaat dus ruim 3 keer in dat van een huisarts..
Slide 34 - Slide
Opdracht 25
Verschillen in loon hebben onder andere te maken met:
het aantal uren dat er gewerkt wordt
of je in de avond of nacht werkt
de benodigde opleiding
of je uitzonderlijk werk doet
Slide 35 - Slide
Opdracht 26
De meeste mensen verdienen minder dan een leraar.
Slide 36 - Slide
Opdracht 27
Er is maar 1 minister-president, dus het loon komt weinig voor. Antwoord B is juist.
Slide 37 - Slide
Opdracht 28
Anne vind haar loon prima. Ze is tevreden met het werk, ze wil geen leidinggevende worden.
Slide 38 - Slide
Opdracht 29
Een opleiding volgen tot leidinggevende.
Slide 39 - Slide
Opdracht 30
Anne wil geen hogere functie omdat ze haar huidige werk te leuk vindt.
Slide 40 - Slide
Opdracht 31
Dit is een persoonlijke vraag, alle antwoorden zijn dus goed. Het hangt maar net van je situatie af. En wat je wilt.
Slide 41 - Slide
Opdracht 32
Twee andere verschillen:
hoe lang je ergens werkt, hoe gevraarlijk het werk is en je leeftijd.
Lesson duration is: 15 min
