H4 thema 4 bs3

BS3: De evolutietheorie



1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BS3: De evolutietheorie



Slide 1 - Slide

Leerdoel
4.3.1 Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.
4.3.2 Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven.

Slide 2 - Slide

Evolutie
De geleidelijke ontwikkeling van het leven op aarde, van simpele naar complexere organismen

Slide 3 - Slide

Evolutietheorieën

Gaan over het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten 

Lamarck (1744-1829):
Eigenschappen veranderen tijdens leven individu. Veranderde eigenschap wordt doorgegeven  FOUT

Darwin (1809-1882):
On the origin of species (1859) --> de oorsprong van soorten:  evolutietheorie

Slide 4 - Slide

Darwin
Lamarck

Slide 5 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie  

= Evolutietheorie (Darwin) gecombineerd met de  kennis over erfelijkheid

DNA voor het eerst ontdekt in 1871 en de structuur pas ontdekt in 1953

Slide 6 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie  

Gaat uit van: 

  1. Diversiteit in genotype
  2. Natuurlijke selectie
  3. Voortplanting


Slide 7 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie  

Gaat uit van: 

  1. Diversiteit in genotype
  2. Natuurlijke selectie
  3. Voortplanting


Slide 8 - Slide

Hoe komt een grote variatie
in genotype binnen een
soort tot stand?
A
Mutatie
B
Door verandering in het fenotype
C
Recombinatie
D
Mutatie en recombinatie

Slide 9 - Quiz

Variatie in genotype
  • Mutatie: verandering in het DNA
  • Recombinatie: verdelen van de chromosomen bij meiose en bevruchting

Slide 10 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie  

Gaat uit van: 

  1. Diversiteit in genotype
  2. Natuurlijke selectie
  3. Voortplanting


Slide 11 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 12 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 13 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 14 - Slide

Natuurlijke selectie
Individuen met een betere adaptatie (aanpassing) aan het milieu hebben een grotere overlevingskans.

Voor- of nadelige eigenschappen worden dus bepaald door het milieu.

Slide 15 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie  

Gaat uit van: 

  1. Diversiteit in genotype
  2. Natuurlijke selectie
  3. Voortplanting


Slide 16 - Slide

Survival of the fittest
De best aangepaste overleeft!

Fitness:
Individuen met gunstige genotype
overleven en krijgen meer nakomelingen.

Slide 17 - Slide

De term 'survival of the fittest' ofwel
het overleven van de sterksten.
Welk van de individuen wordt bedoeld
met de sterksten?
A
De individuen die de meeste kracht kunnen leveren
B
De individuen die de meeste nakomelingen krijgen
C
De individuen die het langste leven
D
De individuen die het grootst zijn in omvang

Slide 18 - Quiz

Creationisme
Alle organismen zijn geschapen

Slide 19 - Slide

Definities
Soort = organismen die op natuurlijke wijze onderling vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.  (bijv. honden)


Hoe zit het met de lijger?

Slide 20 - Slide

Definities
  • Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten


Slide 21 - Slide

Ontstaan nieuwe soorten
Een nieuwe soort ontstaat alleen als er ook sprake is van reproductieve isolatie tussen populaties van dezelfde soort.


Reproductieve isolatie; gedurende langere tijd is er geen uitwisseling van genen.

Slide 22 - Slide

Reproductieve isolatie
Reproductieve
isolatie door een 
geografische
barrière.


Slide 23 - Slide

Reproductieve isolatie
Verschillend baltsgedrag                  Ander voortplantingsseizoen       

Slide 24 - Slide

Ontstaan van een soort
Het ontstaan van een nieuwe soort komt dus tot stand door:

1. reproductieve isolatie die kan worden veroorzaakt door geografische isolatie
2. genetische variatie die is ontstaan door mutatie en recombinatie
3 natuurlijke selectie, waarbij de best aangepaste organismen overleven
4 voortplanting, waarbij de gunstige eigenschappen aan nakomelingen worden doorgeven

Slide 25 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht: 29 tm 48
Maak: Test jezelf BS3


Slide 26 - Slide