Ik kan de "passé compose" (vvt) herkennen en gebruiken (herhalen)
Ik kan werkwoorden op –er herkennen en de juiste uitgang voor elke p.v gebruiken. (klas 1)
Le programme:
Questions grammaire via LessonUp
Au travail: 31de p.86 + wat weet je nog van de passé composé met être/avoir?
Zelfstandig werktijd: Verbuga / Talentwijzer
Vendredi 13 décembre
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1HV1 Première leçon
Les objectifs :
Ik kan de "passé compose" (vvt) herkennen en gebruiken (herhalen)
Ik kan werkwoorden op –er herkennen en de juiste uitgang voor elke p.v gebruiken. (klas 1)
Le programme:
Questions grammaire via LessonUp
Au travail: 31de p.86 + wat weet je nog van de passé composé met être/avoir?
Zelfstandig werktijd: Verbuga / Talentwijzer
Vendredi 13 décembre
Slide 1 - Slide
Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez
Slide 2 - Quiz
Nathalie (aimer) son chien.
Slide 3 - Open question
Pierre et Lisa (manger) une pomme.
Slide 4 - Open question
Mon appartement est beau.
A
Elle est super
B
Il est super
Slide 5 - Quiz
La maison est belle.
A
Il est belle
B
Elle est belle
Slide 6 - Quiz
Paul et Justine habitent à Paris
A
ils habitent à Paris
B
elles habitent à Paris
Slide 7 - Quiz
Voorbereiding SO Chapitre 2 deel 1
1) Ga naar je online methode (Grandes Lignes)
2) Ga naar Hoofdstuk 2 - Slimptampen.
3) Maak Vocabulaire A (Overhoren F-N + N-F), Vocabulaire B (Overhoren F-N + N-F), Grammaire D: Overhoren, Phrases-clés C: Overhoren.
5) Klaar? Maak opdr. 19a p.73 en leer voor de SO.
Slide 8 - Slide
D – Grammaire p.70-71: 16abcde
Prends ton livre p.70, un stylo en doe mee!
Lijst van bijvoeglijk naamwoorden: jeune, joli, beau, vieux, petit, gros, grand, long, nouveau, bon, mauvais, haut
Slide 9 - Slide
Dans ma chambre, il y a...
Vraag: Il y a quoi dans ta chambre?
- Dans ma chambre, il y a (ding 1)
et (ding 2).
timer
3:00
Slide 10 - Slide
H - Grammaire : 31 p.85
Prends un stylo, ton livre p. 85 ou ton ordinateur GL deel H en fais l'exercice 31!
timer
6:00
Slide 11 - Slide
Wat weet je nog van de passé composé in het Frans?
Slide 12 - Mind map
Passé-composé
Slide 13 - Slide
Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai
Slide 14 - Drag question
Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord tomber.
Je
Tu
Marie
Nous
Vous
Nathan et Sam
tombé
tombé
tombée
tombés
tombés
tombés
sommes
êtes
sont
es
est
suis
Slide 15 - Drag question
Vul de juiste vorm van 'acheter' in de passé composé in: 'Nous avons ____ (acheter) un livre.'
A
acheté
B
achete
C
acheter
D
acheteré
Slide 16 - Quiz
Vul de juiste vorm van 'aller' in de passé composé in: 'Elles sont ____ (aller) au restaurant.'
A
allée
B
allées
C
allés
D
allé
Slide 17 - Quiz
Passé composé (voltooide tijd)
parler
j'ai
manger
tu as
être
il a
avoir
on a
faire
nous avons
parlé
été
eu
mangé
fait
Slide 18 - Drag question
Zelfstandig werk
Ga naar Verbuga(kies passé composé, en dan in de ww aller, arriver, rester, tomber, manger, aimer, acheter, chercher, parler, regarder, rencontrer) of Talenwijzer.
Slide 19 - Slide
timer
5:00
Slide 20 - Slide
Apprendre F p.89
Slide 21 - Slide
Temps de travail individuel
Maak de oefen toets online via jouw online methode. Gebruik jouw oortjes/koptelefoon.