- Het vd geeft aan dat een handeling is afgerond (voltooid).
- Het voltooid deelwoord wordt vaak gevormd door ge-, be- ver-, ont, her-.
- Bij een zwak werkwoord eindigt het voltooid deelwoord op –d of op –t.
2 manieren om te weten of het op –d of –t eindigt:
- Langer maken
- ’T eXFoKSCHaaP gebruiken.
Zit de laatste letter van de stam in ’T eXFoKSCHaaP dan schrijf je een –t, anders een –d.
Voorbeeld:
Zij zijn verhuisd.
Hij heeft gewacht.