NOVA 2HV - 5.3 taak 1 - schakelschema's 1HVB


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.3 - SCHAKELINGEN
taak 1 - schakelschema's
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.3 - SCHAKELINGEN
taak 1 - schakelschema's

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat bedoelen we met een schakelschema?
A
een foto van een schakeling
B
een schematische tekening van een schakeling
C
een vlugge schets van een schakeling

Slide 3 - Quiz


Wat betekent
dit symbool?
A
stopcontact
B
LED
C
lamp
D
motor

Slide 4 - Quiz

Wat is het symbool voor een spanningsmeter?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz


Wat betekent
dit symbool?
A
stopcontact
B
open schakelaar
C
LED
D
batterij

Slide 6 - Quiz

Wat is het symbool voor een LED?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz


Wat betekent
dit symbool?
A
bel
B
open schakelaar
C
gesloten schakelaar
D
stopcontact

Slide 8 - Quiz

Zet het juiste symbool erbij!
LED

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide


Hoe heet deze soort schakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 11 - Quiz

Deze schakeling is een .....
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
zowel serieschakeling en parallelschakeling

Slide 12 - Quiz


Wat voor soort schakeling
zie je hiernaast?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 13 - Quiz


Welke soort schakeling
zie je hier?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 14 - Quiz


Welke schakeling is een gemende schakeling?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Hoe schakel je een ampèremeter?
A
in serie
B
parallel

Slide 16 - Quiz


Welke soort schakeling
is de elektrische schakeling van een huis?
A
serieschakeling
B
parallel schakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 17 - Quiz


Je ziet een schakelschema
met een batterij, twee lampjes
en een schakelaar.

Welk lampje brandt?
A
alleen lampje 1
B
alleen lampje 2
C
beide lampjes
D
geen enkel lampje

Slide 18 - Quiz

Bekijk het schema.
Welke lampen branden
als alleen schakelaar 1 gesloten wordt?
A
I
B
I en II
C
I, II en III
D
Geen enkele lamp

Slide 19 - Quiz

Bekijk het schema.
Welke lampen branden
als alleen schakelaar 2 gesloten wordt?
A
I
B
I en II
C
I, II en III
D
geen enkele lamp

Slide 20 - Quiz


Wat gebeurt er
als je de schakelaar
sluit?
A
lampje A en B gaan branden
B
er gebeurt niks: de lampjes blijven branden
C
lampje A en B gaan uit
D
je maakt dan kortsluiting

Slide 21 - Quiz

De beide schakelaars S1 en S2 staan open.
Hoeveel lampjes kunnen
er dan branden?
A
0
B
3
C
5
D
7

Slide 22 - Quiz