What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 4.5 Spelling
Vandaag ken je
zwakke werkwoorden in de vt
bijvoeglijk naamwoord
als - dan
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag ken je
zwakke werkwoorden in de vt
bijvoeglijk naamwoord
als - dan
Slide 1 - Slide
Wat is een ezelsbruggetje?
Slide 2 - Slide
ezelsbruggetje
een
zwak werkwoord
is te
zwak
om van klank te veranderen
een
sterk werkwoord
is
sterk
genoeg om van klank te veranderen.
Slide 3 - Slide
zwak werkwoord
de klank blijft gelijk in de verleden tijd
werken - ik werkte - wij werkten
serveren - ik serveerde - wij serveerden
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Hoe schrijf je het zwakke werkwoord?
(vt leren) Het meisje ... te weinig en kreeg toen een onvoldoende.
A
leert
B
leren
C
leerde
D
leerte
Slide 6 - Quiz
Hoe schrijf je het werkwoord?
(vt bestellen) Mijn mama ... een grote taart bij de bakker voor haar verjaardag.
A
bestellen
B
bestelde
C
bestelt
D
bestelden
Slide 7 - Quiz
Welk werkwoord is in de vt een sterk ww?
A
lachen
B
lopen
C
maken
Slide 8 - Quiz
Een zwak werkwoord verandert in de VT van klank
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
wat is de juiste vorm?
Mijn vader ……………… de planken voor de deur.(VT)
A
schaafde
B
schaafte
C
schafte
D
schaavte
Slide 10 - Quiz
De drone …………… helemaal verkeerd op het veld.(VT)
A
lande
B
landde
C
landte
D
landden
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Wanneer gebruik je dan en wanneer als?
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Video
Terugblik: Als en dan
Ik ben groter .... mijn broer.
Ik ben even groot .... mijn broer.
Ik ben net zo fanatiek .... mijn zus.
Ik ben fanatieker .... mijn zus.
DAN
ALS
DAN
ALS
Slide 15 - Slide
Als of dan?
Je gebruikt als/dan als je dingen vergelijkt
Als = als het eerste gelijk is aan het tweede
Voorbeeld: Peter is even groot als Hans.
Dan = als het eerste ongelijk is aan het tweede
Voorbeeld: Jullie zijn slimmer dan ik.
Slide 16 - Slide
Ga aan de slag met het oefenblad
Slide 17 - Slide
Exit ticket
1. Heb je de stof van vandaag begrepen?
2. Wat heb je (van mij) nodig om de stof (nog beter) te begrijpen?
Vul het exit ticket in en lever in .
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 4.5 Spelling
January 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Paragraaf 8: persoonsvorm VT zwakke werkwoorden
November 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV - H2 - Spelling - Werkwoorden vt zwak
October 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
12 september 2019
December 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Nederlands toets thema 6 voorbereiding 2
October 2020
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs