ABR7 24.03.2025

Welkom!
24.03.2025
1 / 41
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
24.03.2025

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • 2.4
  • KNM

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Bespreken HW
  • Opdr. 61, 62 + 63
  • Taalkaart 4

Slide 3 - Slide

2.4
  • Bekijk opdr. 64
  • Lees de zinnen
  • Wat past er bij jou?  

Slide 4 - Slide

2.4
  • Bekijk het groene blokje op blz. 68
  • Soms kun je bepaalde zinnen gebruiken als je naar de arts gaat
  • De arts vertelt soms moeilijke dingen
  • Met sommige zinnen kun je om extra uitleg vragen
  • Met sommige zinnen kun je aangeven wat je wilt  

Slide 5 - Slide

2.4
  • Bekijk de zinnen bij opdr. 66
  • Luister eerst naar de uitspraak
  • Klassikaal oefenen
  • In tweetallen oefenen 

Slide 6 - Slide

2.4
  • Maak tweetallen
  • Bekijk de vragen bij opdr. 67
  • Bespreek samen de vragen 

Slide 7 - Slide

2.4
  • Bekijk het rode blokje op blz. 69
  • Onregelmatige voltooid deelwoorden
  • Soms staat er een beweging in de zin
  • Bijvoorbeeld: ik ben naar Oldenzaal gefietst.
  • Soms staat er geen beweging in de zin.
  • Ik heb 10 kilometer gefietst.
  • Als het woordje ''naar'' of als er een beweging in de zin staat, gebruik je bij het voltooid deelwoord ''zijn''. Anders gebruik je ''hebben''.

Slide 8 - Slide

2.4
  • Bij sommige voltooid deelwoorden gebruik je het werkwoord ''zijn''.
  • Bijvoorbeeld: 
  • Ik ben met mijn opleiding gestopt. 
  • Hij is van de trap gevallen. 
  • Amy is voor het examen gezakt.  

Slide 9 - Slide

2.4
  • Bij de werkwoorden blijven en zijn gebruik je ''zijn''
  • Yulia is lang op haar werk gebleven.
  • Ruben is nog nooit in Amerika geweest. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

2.4
  • Klassikaal: opdr. 68 

Slide 12 - Slide

2.4
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 69 en 70
  • Bespreek samen de vragen
  • Cursist A: leest de vraag
  • Cursist B: geeft antwoord
  • Klaar? Draai de rollen om 

Slide 13 - Slide

2.4
  • Pak werkblad 2.4b
  • Je gaat een stripverhaal schrijven
  • Bekijk de praatwolkjes
  • Vul in de lege praatwolkjes een bijpassende tekst. 
  • Kijk naar het bijbehorende plaatje
  • Gebruik het juiste voltooid deelwoord
  • Bespreken

Slide 14 - Slide

2.4
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 72
  • Cursist A: leest de vragen
  • Cursist B: geeft antwoord
  • Klaar? Draai de rollen om 

Slide 15 - Slide

2.4
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 73
  • Kies voor deze opdracht een beroepsziekte uit de tekst (blz. 53)
  • Gebruik de handige zinnen van blz. 68
  • Gebruik de vragen van opdr. 72 of bedenk zelf vragen
  • Klaar? Draai de rollen om 

Slide 16 - Slide

2.5
  • Bekijk de vragen bij opdr. 74 
  • Klassikaal bespreken 

Slide 17 - Slide

2.5
  • Bekijk de blauwe woorden op blz. 73 + 74
  • Bespreken 

Slide 18 - Slide

2.5
  • Lees de tekst op blz. 72 + 73 
  • Beantwoord zelfstandig opdr. 76 + 77
  • Bespreken

Slide 19 - Slide

2.5
  • Ben jij mantelzorger?
  • Zo ja, voor wie zorg je?
  • Wat doe je allemaal?
  • Ken je iemand die mantelzorger is?
  • Vind je het gewoon om mantelzorger te zijn voor een familielid?  

Slide 20 - Slide

2.5
  • Ben jij mantelzorger? 
  • Ga naar de website: https://mantelzorgtest.nl/
  • Doe de test

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

2.5
  • Maak opdr. 81 + 82 zelfstandig
  • Bespreken

Slide 24 - Slide

2.5
  • Maak tweetallen
  • Maak samen opdr. 79, 80 +  83
  • Bespreken

Slide 25 - Slide

2.5
  • Kijk nog een keer naar de tekst.
  • » Werk samen met cursisten uit het land waar je vandaan komt. Beantwoord eerst de vragen in het schema over Nederland.
  • » Vergelijk de situatie in jouw land met die in Nederland en vul het schema in.
  • » Maak dan groepjes met cursisten met verschillende nationaliteiten.
  • » Spreek samen over de zorg: Wat zijn de verschillen tussen jullie landen? Wat vinden jullie ervan?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

2.5
  • Bekijk het rode blokje op blz. 76
  • Werkwoorden met vaste voorzetsels
  • Welke combinaties ken je al/nog? 
  • Bekijk de tekst op blz. 72
  • Onderstreep de werkwoorden met vaste voorzetsels  

Slide 28 - Slide

2.5
  • Maak tweetallen
  • Pak werkblad 2.5b
  •  Eerste ronde.
  • Cursist A: lees de vragen.
  • Cursist B: lees het antwoord. Probeer het snel voor te lezen.
  • Klaar? Dan leest cursist B de vragen

Slide 29 - Slide

2.5
  • Tweede ronde.
  • Cursist A: lees de vragen.
  • Cursist B: geef antwoord zonder lezen. Probeer snel antwoord te geven.
  • Klaar? Dan leest cursist B de vragen

Slide 30 - Slide

2.5
  • Maak zelfstandig opdr. 87 + 89
  • Klaar? Bespreek je antwoorden met een medecursist
  • Bespreken 

Slide 31 - Slide

2.5
  • Praat samen
  • Bekijk de zinnen bovenaan blz. 77
  • Cursist A leest de zin hardop. 
  • Cursist B maakt de zin af met het juiste voorzetsel. 
  • Cursist B herhaalt de vraag. En jij? 
  • Cursist A geeft antwoord.
  • Draai de rollen om.  

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

2.6
  • Heb jij wel eens stress?
  • Hoe komt dat?
  • Wat zijn de gevolgen? 
  • Wat doe je als je stress hebt? Wat helpt je?
  • Doe je wel eens oefeningen? 

Slide 34 - Slide

2.6
  • Lees de vragen bij opdr. 91 
  • Kies 2 vragen en schrijf ze op. 
  • Luister naar de tekst. 
  • Heb je een antwoord op vraag 1 gehoord?
  • Heb je een antwoord op vraag 2 gehoord?
  • Hoe heb je de antwoorden gevonden?
  • Vul opdr. 92 in. 

Slide 35 - Slide

2.6
  • Lees vraag 93
  • Luister nog een keer naar de tekst 
  • Wat is het antwoord op vraag 1? Schrijf zo veel mogelijk op.
  • Wat is het antwoord op vraag 2? Schrijf zo veel mogelijk op. 
  • Bespreken 

Slide 36 - Slide

2.6
  • Blauwe woorden

Slide 37 - Slide

2.6
  • Maak opdr. 98, 99 + 100 in tweetallen
  • Bespreken 

Slide 38 - Slide

2.6
  • Maak opdr. 101, 102 + 103 zelfstandig
  • Bespreken 

Slide 39 - Slide

2.6
  • Spel: ''Simon says''
  • Hoe werkt het?

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide