Taalverzorging les 6 tot en met 8 (2.9/3.9/4.9)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 6
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 6

Slide 1 - Slide

timer
10:00
Controle:
p. 142 & 219

Slide 2 - Slide

Planning
  • Bespreken weektaak vorige week (wvn, wgn, tw, kww)
  • Herhalen hoofdletters 2.9
  • Werkmoment
  • Afsluiting van de les

Slide 3 - Slide

Opdracht 13 (p. 142)
a. Vergiste jij je vorig jaar in sommige lokalen de eerste weken?


e. Hun navigatie-app met alle lokalen helpt je je naar de juiste plek te begeven.


Slide 4 - Slide

Opdracht 5 (pagina 219)
e. We blijven ondanks enkele tegenslagen ontzettend veel lachen.


f. Anderzijds is er ook veel tijd ingeruimd voor de moeilijkste wiskundeproblemen.

g. Gelukkig, want breintraining schijnt gezond te zijn!

Slide 5 - Slide

Wat is juist geschreven?
A
'T regent gelukkig niet.
B
't Regent gelukkig niet.
C
't regent gelukkig niet.
D
'T Regent gelukkig niet.

Slide 6 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
honderd jaar worden is uniek.
B
100 Jaar worden is uniek.
C
100 jaar worden is uniek.

Slide 7 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
Hij houdt van turkse pizza.
B
Hij draagt graag een pet van nike.
C
De Kalverstraat ligt in Amsterdam.
D
Meneer van den Heuvel is op vakantie.

Slide 8 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
In Januari sneeuwt het vaak.
B
We wonen in overijssel.
C
Veel Kerstballen zijn rood met goud.
D
In Latijns-Amerika is Spaans de voertaal.

Slide 9 - Quiz

2.9 Hoofdletters (p. 148)
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter. 
  • Je begint het citaat met een hoofdletter.
 
  • Eigennamen (straten, talen, aardrijkskundige namen, merk)
  • Feestdagen en historische gebeurtenissen met hoofdletter. 


  • Namen van maanden en dagen NIET met een hoofdletter.
100 activisten
's Nachts
afleiding/samenstelling met feestdagen
=> dan niet kerstballen/ paaseieren

Slide 10 - Slide

Namen met tussenvoegsel
  • Op de bank zat meneer De Vries.
  • Mevrouw K. de Vries zat op een stoel.
  • Kees van Putten is getrouwd met hun dochter.
  • Zij heet mevrouw Van Putten-de Vries.
  • Maar ze noemt zichzelf Melanie van Putten.

Slide 11 - Slide

Werkmoment
Les 1:
  • Maak 1.9: 7 en 8
  • Maak 2.9: 7, 8 en 10.
  • Kijk na en verbeter!

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Let op!

Volgende les ook leerwerkboek deel B mee!

Slide 13 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A en B
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 7

Slide 14 - Slide

timer
10:00

Slide 15 - Slide

Planning
  • Uitleg 3.9/4.9
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 16 - Slide

Wat is juist?
pannekoek of pannenkoek

groentesoep of groentensoep

reuzenleuk of reuzeleuk
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Tussenletters basiskennis
Je kent het:
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • begrip samenstelling
  • begrip afleiding

Slide 18 - Slide

Samenstelling
Twee losse woorden aan elkaar geplakt.

fiets        en        bel             => fietsbel

auto       en       rijden               => autorijden

Slide 19 - Slide

Afleiding
Woord met voorvoegsel of achtervoegsel

contra       en        spionage     => contraspionage

geel        en     achtig        => geelachtig 

Slide 20 - Slide

3.9 Tussenletters p. 228
  1. Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein 
  2. Je hoort de s niet goed => station & chef: stationschef
  3. Eerste deel alleen meervoud op -en => en
pan en koek => pannen (pans bestaat niet)
pannenkoek
kat en bak => katten (kats bestaat niet)
kattenbak

Slide 21 - Slide

3.9 Tussenletters => uitzonderingen
Regel 4: uitzonderingen dan een E als eerste deel...
  • geen zn is
  • geen meervoud heeft
  • alleen meervoud op s heeft
  • zowel meervoud op s als en heeft
  • aangeeft hoe leuk iets is als bn: reuzeleuke vakantie
  • uniek is: zonneschijn

Slide 22 - Slide

4.9 Leestekens (p. 74/deel b)

Slide 23 - Slide

Waarom schrijf je...               (p. 74)
  1. ruïne met trema en buiig niet?
  2. categorin met 2 e's op het eind en koloniën met 1? 
  3. havoër met een trema en vmbo'er met een apostrof?
  4. Anna's fiets en Max' brommer?
timer
3:00

Slide 24 - Slide

Leestekens
Trema boven een klinker waarmee je aangeeft dat daar een nieuwe lettergreep begint. Nodig voor uitspraak.

Apostrof weglating van een of meer letters; bij bezitsaanduiding van woorden die eindigen op een s-klank/lange klank; na cijfers of afkortingen (A4'tje, vmbo'er), meervoudsvorm (pony's) verkleinvorm (baby'tje)
woord met voor- of achtervoegsel

Slide 25 - Slide

Leestekens
Accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt. Moet je uit je hoofd leren. Dicteewoorden en woorden uit de oefeningen.

Afkomstig uit het Frans.


Slide 26 - Slide

Werkmoment
Les 1:
  • Maak 1.9: 7 en 8
  • Maak 2.9: 7, 8 en 10.
Les 2:
  • Maak 3.9: 7 en 8
  • Maak 4.9: 7, 8 en 10.
  • Kijk na en verbeter!

Slide 27 - Slide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 28 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek
  • je iPad (dicht)


Les 8

Slide 29 - Slide

timer
10:00

Slide 30 - Slide

Planning
  • Werkmoment/vragen stellen
  • Toepassen op schrijfwerk
  • Afsluiting van de les met fictietaak

Slide 31 - Slide

Werkmoment
Les 1:
  • Maak 1.9: 7 en 8
  • Maak 2.9: 7, 8 en 10.
Les 2:
  • Maak 3.9: 7 en 8
  • Maak 4.9: 7, 8 en 10.
  • Kijk na en verbeter!
timer
15:00

Slide 32 - Slide

Zwolse mysteries
  • Pak je schrijfwerk erbij.
  • Welke verbeteringen kun je nu maken: leestekens?
  • Ruil met je buur.
  • Welke woordsoorten zitten in je schrijfwerk? 

Slide 33 - Slide

Afsluiting fictietaak

Slide 34 - Slide