Hfst 1 tm tandwielen

Hfst 1 3hv
Beginnen met stukje herhaling van vorig jaar
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hfst 1 3hv
Beginnen met stukje herhaling van vorig jaar

Slide 1 - Slide

H3A

Slide 2 - Slide

H3B

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Een kracht kan je niet zien. Hoe herken je een kracht dan wel? 

Slide 6 - Slide

Noem 3 soorten krachten?

Slide 7 - Slide

Wat is de afkorting van kracht?

Slide 8 - Slide

Wat is de eenheid van kracht? 

Slide 9 - Slide

Hoe kan je de zwaartekracht berekenen? 

Slide 10 - Slide

Een massa is 15 kg. Hoe groot is Fzw? 

Slide 11 - Slide

Een kracht is een vector. 
Wat is een vector? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Hefbomen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Dit was paragraaf 1.1
Lees nu in stilte par 1.1 door
Noteer de blauwe woorden en leg ze in eigen woorden uit
Noteer alle voorkomende formules in deze paragraaf
Maak pas daarna: 1 t/m 9 en 11

Slide 17 - Slide

Ook belangrijk:
Waar op de plank duw je !

Dus waar wordt de kracht uitgeoefend.

Slide 18 - Slide

Stel: alleen kracht aan 1 kant 
dan komt er een ronddraaiende beweging

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Dit was paragraaf 1.2
Lees nu in stilte par 1.1 door
Noteer de blauwe woorden en leg ze in eigen woorden uit
Noteer alle voorkomende formules in deze paragraaf
Maak pas daarna: 14, 15, 16, 18, 20, 21, 23 en 24

Slide 21 - Slide

Krachten overbrengen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Tandwielen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Pedalen drijven het aan: aandrijfas
De achterste (met 20 tandjes) is de volgas

Verhouding: 20:40 is zelfde als 1 : 2

Volgas draait dus 2 keer zo snel (is nl kleiner)

Echter kracht die volgas kan leveren is 2 keer zo klein. 

Slide 27 - Slide

Stel kleine as is draaias
Grote as is volgas. 
Grote as draait 3 keer zo langzaam rond.
Kracht is wel 3 keer zo groot
Stel kleine as draait 100 keer rond. Grote draait dan 100/3=33,3 x rond
Stel aandrijven kleine as kost 10N. Grote as kan dan 30N leveren. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Opgaven
25, 27, 28, 31, 34, 36
Par 1.4: 40, 41, 42, 44, 49 en 52

Slide 31 - Slide