Lezen H1.2 - uiteenzetting 2

STILLEZEN
Telefoon in de telefoontas (UIT)
iPad in je tas!
timer
15:00
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

STILLEZEN
Telefoon in de telefoontas (UIT)
iPad in je tas!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Talent
1.2 Lezen

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel:
  • Je weet wat een uiteenzetting is
  • je weet wat tekststructuren zijn en je kan ze herkennen in een tekst.
  • Opbouw van een alinea: de kernzin
  • Functies van inleiding en slot


-



Slide 3 - Slide

Opbouw van een alinea
In een goed opgebouwde alinea staat bijna altijd een

KERNZIN

Slide 4 - Slide

Kernzin
onderwerp van de alinea
of
belangrijkste informatie
DE REST IS DE UITWERKING VAN DE KERNZIN!

Slide 5 - Slide

Opbouw van een alinea
Lees nu de theorie in je boek en maak aantekeningen

Slide 6 - Slide

Kernzin in een alinea

Slide 7 - Slide

Tekst 2
Kernzin is
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D
er is geen kernzin

Slide 8 - Quiz

Kernzin in een alinea

Slide 9 - Slide

Tekst 3
Kernzin is
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D
er is geen kernzin

Slide 10 - Quiz


A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de derde zin
D
de laatste zin

Slide 11 - Quiz

“De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.”
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D
er is geen kernzin

Slide 12 - Quiz

ZWARTE BLADZIJDE
Hoe bepaal je als museum het woordgebruik als de con-
text van de woorden en het maatschappelijk bewustzijn
erover steeds veranderen? “Uiteindelijk gaat het niet  
zozeer om de woorden zelf, maar om de gesprekken en
reflectie eromheen”, zegt Vera Carasso, directeur muse-
ale zaken van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
De gids Woorden doen ertoe ligt ook bij hen op tafel. “Het
is heel belangrijk dat dit nu op papier staat. Maar uitein-
delijk gaat het om afwegingen in de praktijk. Dat is een
voortdurende discussie, die bij ons al langer gaande is.
Sommige woorden die tien jaar geleden in orde waren,
kunnen nu niet meer. En ongetwijfeld gebruiken we nu
weer woorden die over tien jaar niet meer kunnen, hoe
bewust we er ook mee bezig zijn.”

Slide 13 - Slide

Tekst 4
Kernzin is
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D
er is geen kernzin

Slide 14 - Quiz

ZWARTE BLADZIJDE
Hoe bepaal je als museum het woordgebruik als de con-
text van de woorden en het maatschappelijk bewustzijn
erover steeds veranderen?
“Uiteindelijk gaat het niet  
zozeer om de woorden zelf, maar om de gesprekken en
reflectie eromheen”, zegt Vera Carasso, directeur muse-
ale zaken van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
De gids Woorden doen ertoe ligt ook bij hen op tafel. “Het
is heel belangrijk dat dit nu op papier staat. Maar uitein-
delijk gaat het om afwegingen in de praktijk. Dat is een
voortdurende discussie, die bij ons al langer gaande is.
Sommige woorden die tien jaar geleden in orde waren,
kunnen nu niet meer. En ongetwijfeld gebruiken we nu
weer woorden die over tien jaar niet meer kunnen, hoe
bewust we er ook mee bezig zijn.”

Slide 15 - Slide

Functie van inleiding
Aandacht te trekken

Slide 16 - Slide


Het is net als met die geurige Tasty Tom-tomaten. Of de ‘eetrijpe’ avocado’s. De namen benadrukken pijnlijk dat de gewone tomaat een smakeloze bleke pingpongbal is en dat je met de doorsnee avocado iemands hersenen kunt inslaan. Voor een eetbare salade moet je wel de duurdere varianten kopen.

Zo is het in het onderwijs ook. Overal waar het woordje ‘excellent’ opduikt, moet je alert zijn. Kennelijk is gewoon niet pluis.

Slide 17 - Slide

Andere functies van inleiding
  • onderwerp
  • aanleiding
  • centrale vraag
  • mening
  • samenvatting
  • persoon/personen introduceren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide


Lees de inleiding nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 20 - Quiz

Functie van een slot
  • conclusie
  • samenvatting
  • advies of waarschuwing
  • toekomstverwachting


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide


Lees tekst 3 nauwkeurig.

Wat is de functie van het slot?
A
een samenvatting van de tekst geven
B
de conclusie noemen
C
de vraag uit de inleiding beantwoorden

Slide 23 - Quiz

Wat hebben we deze gedaan?
Leerdoel:
  • herhaling onderwerp, hoofdgedachte, tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm, tekstverband
  • Je weet wat een uiteenzetting is
  • je weet wat tekststructuren zijn en je kan ze herkennen in een tekst.
  • Opbouw van een alinea: de kernzin
  • functies van inleiding en slot


-



Slide 24 - Slide

Ik kan het onderwerp van een tekst vinden
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Ik weet nu wat tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm is.
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Ik weet wat een uiteenzetting is
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Ik weet wat tekststructuren zijn en ik kan ze herkennen in een tekst.
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Ik weet hoe je een kernzin in een alinea kunt vinden.
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz