Lezen - H2 - Inhaallessen

Inhaalles Nederlands
Periode 2 - les 3
Joram Bosker
j.bosker@rocva.nl
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Inhaalles Nederlands
Periode 2 - les 3
Joram Bosker
j.bosker@rocva.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- De indeling teksten
- Deelonderwerpen herkennen
- Huiswerk maken of oefenen op CambiumNed

Slide 2 - Slide


Indeling van teksten

Slide 3 - Slide

Theorie 2.1
- Titel bevat het onderwerp en/of trekt de aandacht.
- Sommige teksten hebben een lead.
- Het begin van de tekst is een introductie op het onderwerp. Dit kan op verschillende manieren.

Slide 4 - Slide

Theorie 2.1
  • met de deur in huis vallen. Vanaf de eerste zin weet je waarover de tekst gaat en wat de bedoeling van de schrijver is.
  • belangstelling wekken voor het onderwerp. De schrijver begint bijvoorbeeld met een anekdote of een voorbeeld.
  • met een inleiding. Daarin wordt het onderwerp nader toegelicht en staat soms hoe de tekst is opgebouwd.

Slide 5 - Slide

Theorie 2.1
Na de inleiding volgt het middenstuk.

Vervolgens komt het slot. Het slot bestaat vaak uit een van onderstaande voorbeelden:

  • de laatste beschrijving van een deel van het onderwerp.
  • een verwijzing naar het voorbeeld of de anekdote uit het begin van de tekst.
  • een samenvatting of conclusie.

Slide 6 - Slide

Opdracht
Lees de tekst van Taalcanon.
Beantwoord daarna de vragen via de LessonUp.

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Het ontstaan van woorden.
B
De betekenis van woorden.
C
Lantaarnpalen

Slide 8 - Quiz

Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
A
Met de deur in huis vallen.
B
Belangstelling wekken.
C
Met een inleiding

Slide 9 - Quiz

Hoe sluit de schrijver de tekst af?
A
Laatste beschrijving van het onderwerp
B
Verwijzing naar voorbeeld/anekdote uit begin.
C
Samenvatting of conclusie

Slide 10 - Quiz

Theorie 2.2
In een tekst staan vaak deelonderwerpen die bij het onderwerp horen.

  • Lees de titel en de inleiding; stel vast wat het onderwerp is.
  • Bekijk de lay-out van de tekst.
  • Soms geven witregels de scheiding tussen de deelonderwerpen aan.
  • Soms staan er tussenkoppen boven de deelonderwerpen.
  • Lees bij twijfel de eerste en/of laatste zin van een alinea om vast te stellen waar een nieuw deelonderwerp begint.

Slide 11 - Slide

Opdracht
Lees de andere tekst in Taalcanon.
Bedenk een nieuwe titel voor deze tekst.
Bedenk nieuwe tussenkopjes.
Noteer deze eerst voor jezelf. Straks toevoegen aan de volgende slides.

Slide 12 - Slide

Welke nieuwe titel heb je bedacht?

Slide 13 - Open question

Welke nieuwe tussenkopjes heb je bedacht?

Slide 14 - Open question

Vragen?
Nu zelf aan de slag met NU Nederlands of CambiumNed!

Slide 15 - Slide