Hfdst 3.7 Grammatica mv lijdende/bedrijvende vorm deel 4

Hfdst 3.7 Grammatica
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hfdst 3.7 Grammatica

Slide 1 - Slide

De postbode gaf ons pakketje aan de buurvrouw.

Wat is 'De postbode'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 2 - Quiz

De postbode gaf ons pakketje aan de buurvrouw.

Wat is 'ons pakketje'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quiz

De postbode gaf ons pakketje aan de buurvrouw.

Wat is 'aan de buurvrouw'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

De juf geeft [aan hem] een compliment.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

In het vliegtuig zit hij graag [aan het gangpad].
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

De uitbouw zit [aan de achterkant] van het huis.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

Zij koopt een cadeautje [voor haar zieke vriendin].
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Mag ik u een kopje thee inschenken?

Slide 9 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Ik gaf mijn moeder een kus.

Slide 10 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Ivo gaf Mascha een klap in haar gezicht.

Slide 11 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Gisteren stond de wijkagent bij ons voor de deur.

Slide 12 - Open question

Bedrijvende of lijdende vorm?
Het kind wordt door zijn moeder opgetild.

Slide 13 - Open question

Is dit de bedrijvende vorm of de lijdende vorm?

De meester heeft Lize de moeilijke som uitgelegd.

Slide 14 - Open question