Leereenheid 15 quiz

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Leereenheid 15 

Waar hou je rekening mee bij de begeleiding van een bijzondere gebeurtenis?

1. Wat ik fijn vindt om te doen
2. Leeftijd, interesses, begeleidingsbehoefte
3. De plek waar je het doet, mijn humeur

Hoe je een kind begeleid bij een bijzondere gebeurtenis heeft invloed op hoe hij/zij later met een zelfde gebeurtenis zal omgaan.

1. Waar
2. Niet waar

Als je het kind leiding geeft met liefde, er zijn wel regels maar ook eigen inbreng, dan noem je dit de autoritaire opvoedingsstijl.

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn voorbeelden van opvoedingsmiddelen?

1. Dat het kindje het leuk vindt en goed meedoet
2. Tafel laten dekken, opruimen, knuffelen
3. Complimenteren, uitleggen, positief gedrag benoemen

Wat is opvoeden eigenlijk?

1. Begeleiden naar zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid, volwassenheid
2. Zorgen dat het kind genoeg te eten heeft
3. Vooral verzorgen en zorgen dat het kind braaf is

De begeleiding en opvoeding van een kind gebeurt eigenlijk alleen thuis.

1. Waar
2. Niet waar

Bij een nare gebeurtenis kun je beter niet vertellen wat er is gebeurd. Je kan beter een verhaal verzinnen.

1. Waar
2. Niet waar

Het is belangrijk om bij tradities en vieringen te begeleiden om onder andere een band, saamhorigheid en zelfvertrouwen te creëren.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is er belangrijk bij het begeleiden van kinderen bij verdriet en rouw.

Bij het verlies van een dierbare is het belangrijk om een moment van afscheid te creëren.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe kun je kinderen leren om emoties te herkennen en benoemen. Benoem 2 ideeën hiervoor.