Herhaling grammatica: PV, OW, WG + zinsdelen

Welkom! 
  • Lesboek, leesboek en schrift bij de hand.
  • Houd Som open en zorg dat Word werkt. 
  • Iedereen is gedempt, tenzij ik je de beurt geef. Camera is aan.
  • De normale afwezigheidsregels gelden.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom! 
  • Lesboek, leesboek en schrift bij de hand.
  • Houd Som open en zorg dat Word werkt. 
  • Iedereen is gedempt, tenzij ik je de beurt geef. Camera is aan.
  • De normale afwezigheidsregels gelden.

Slide 1 - Slide

Mededelingen en programma
  • De cijfers van de fictieopdracht staan op som. Ik deel nu graag even mijn algemene conclusies.
  • In de eerste échte les neem ik graag je opdracht met je door. Bewaar je vragen voor dan.
  • We gaan starten met het ophalen van de kennis over grammatica. Aan het einde ben je weer bekend met de zinsdelen.

Slide 2 - Slide

Grammatica - herhaling
Grammatica bestond uit twee 'onderdelen'. Wie weet nog wat deze onderdelen waren?

  1. Zinsdelen
  2. Woordsoorten




Slide 3 - Slide

Grammatica - herhaling
Vandaag focussen we ons op zinsdelen.
  • Pak pen, schaar en papier.
  • Schrijf de volgende zin op het papier: Elroy en zijn vrienden gaan dit jaar naar Lowlands in Dronten.
  • Verander de volgorde van de woorden in de zin, maar zorg dat het wel een goede Nederlandse zin blijft. 
  • Doe dit door de zin letterlijk op te knippen met je schaar en verschillende (goede) zinnen te maken.

Slide 4 - Slide

Grammatica - herhaling
Mogelijkheden:

Elroy en zijn vrienden gaan dit jaar naar Lowlands in Dronten.
In Dronten gaan Elroy en zijn vrienden dit jaar naar Lowlands.
Gaan Elroy en zijn vrienden dit jaar in Dronten naar Lowlands?
Dit jaar gaan Elroy en zijn vrienden naar Lowlands in Dronten.
Naar Lowlands in Dronten gaan Elroy en zijn vrienden dit jaar.

Slide 5 - Slide

Grammatica - herhaling
De woorden die je niet op een andere plek kan zetten dan de woorden waar ze bij horen, vormen zinsdelen.  We vinden dan:

  • Elroy en zijn vrienden    
  • in Dronten
  • naar Lowlands
  • gaan
  • dit jaar

Slide 6 - Slide

Grammatica - herhaling
Benoem de volgende zinsdelen:

  • Elroy en zijn vrienden
  • in Dronten
  • naar Lowlands
  • gaan
  • dit jaar

Slide 7 - Slide

Grammatica - herhaling
Welke zinsdelen hebben we nog meer gehad, naast onderwerp, persoonsvorm en bijwoordelijke bepaling?

  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Slide

Grammatica - herhaling
We focussen ons vandaag op werkwoordelijk gezegde, onderwerp en persoonsvorm.

Hoe vinden we ze?
  • Persoonsvorm: verander de tijd van de zin. Gebruik geen andere methode!
  • Werkwoordelijke gezegde: persoonsvorm en alle andere werkwoorden in de zin.
  • Onderwerp: stel de vraag 'wie/wat + persoonsvorm + wg?'

Slide 9 - Slide

Grammatica - herhaling
Haal uit de volgende zinnen de persoonsvorm, het onderwerp en gezegde:

  • Die leuke breuk heeft Thijs bij de H&M gekocht.
  • Soms rijden we door het rode verkeerslicht
  • De vrachtwagen paste maar net door de straat.
  • Zafira heeft veel na kunnen denken over allerlei dingen.

Slide 10 - Slide

Lezen
De antwoorden:
Die leuke breuk heeft Thijs bij de H&M gekocht.
Soms rijden we door het rode verkeerslicht.
De vrachtwagen paste maar net door de straat.
Zafira heeft veel na kunnen denken over allerlei dingen.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
  • We hebben onze kennis over zinsdelen opgehaald en weten weer hoe de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp te vinden.
  • Volgende keer gaan we (hopelijk in 't echie) weer verder met een ander zinsdeel: het lijdend voorwerp.

Tot de volgende!

Slide 12 - Slide