Schrijven 1 - 2F

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik vorige les 
- Examenonderdeel: de mail
- Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
- Opdracht maken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik vorige les 
- Examenonderdeel: de mail
- Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
- Opdracht maken

Slide 1 - Slide

Terugblik -> Verkenning
Tijd? Hoeveel opdrachten? Wat voor teksten?
1. Tekstsoort: Welke opbouw gebruik ik?
2. Onderwerp: Waar gaat het over?
3. Schrijfdoel: Wat wil ik bereiken?
4. Doelgroep: Voor wie schrijf ik?

Slide 2 - Slide

Waar moet je nog meer opletten?
- Hoofdletters, komma's, punten,                    vraagtekens, uitroeptekens.
- Spelling van samenstellingen.
- Werkwoordspelling.
- Algemene spelling.

Slide 3 - Slide

Belangrijkste...
- Houd je aan de opdracht!
- 3 argumenten geven? -> dan geef je er 3!
- 2 redenen -> dan geef je er 2!
- Check continue of je goed bezig bent!
- Eindcontrole = alles nakijken!!

Slide 4 - Slide

Een zakelijke e-mail leren schrijven.

Slide 5 - Slide

Doelen
  1. Je kent de structuur van een e-mail
  2. Je weet wat informeel en formeel taalgebruik is
  3. Je kunt beschrijven wat je in de inleiding, het middenstuk en het slot schrijft
  4. Je weet waar je op moet letten na afloop van de opdracht

Slide 6 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Hoe ziet de layout van een e-mail eruit? 
  • Formeel/informeel taalgebruik
  • Indeling e-mail
  • Opdracht maken 

Slide 7 - Slide

Hoe ziet de layout v/e e-mail eruit?

  1. Van: …………………………..
  2. Aan: …………………………..
  3. Onderwerp: ……………….
  4. Bijlage(n): …………………..


Slide 8 - Slide

INFORMEEL
(vrienden, familie etc.)

  • Schatje 
  • Lieve 
  • Yo coach 
  • Thnxs 
  • Groetjes, see you 

FORMEEL
(instanties)

  • Geachte 
  • Beste 
  • Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  • Dank u wel 
  • Met vriendelijke groet 

Slide 9 - Slide




Indeling van een e-mail
  1. Aanhef  
  2. Inleiding  
  3. Middenstuk  

  4. Slot  
  5. Afsluiting 
  • Geachte…… of Beste……. 
  • Wie ben je en waarom schrijf je. 
  • Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen. 
  • Verwachting. Bedanken.
  • Met vriendelijke groet,
    Je naam

Slide 10 - Slide

Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!
Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!
Nieuwe zin met HOOFDLETTER beginnen!!!!!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

CHECKEN

  • Zijn alle punten uit de opdracht benoemd? 
  • Voldoet mijn lay-out aan een e-mail? 
  • Is de indeling goed? 
  • Is het taalgebruik correct? 
  • Is de bijlage genoemd? 

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Het kampvuur ... (branden)
nog zachtjes.
A
branden
B
brandt
C
brant
D
brand

Slide 17 - Quiz

Waarom ... (vinden) je het moeilijk?
A
vint
B
vind
C
vindt
D
vinden

Slide 18 - Quiz

Jay ... (rijden) met zijn auto naar het zijn werk.
A
rijden
B
rijd
C
reed
D
rijdt

Slide 19 - Quiz

Yara ... (kleden) zich altijd heel opvallend.
A
kleet
B
kleed
C
kleedt

Slide 20 - Quiz

Leg mij nog één keer uit
wat je .... (bedoelen)
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld
D
bedoelen

Slide 21 - Quiz

Hier ...... (gebeuren) nooit iets.
A
gebeuren
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurd

Slide 22 - Quiz

De trainers ..... (bepalen) of je
reservespeler bent.
A
bepaalt
B
bepaald
C
bepalen
D
bepaaldt

Slide 23 - Quiz

Als jij jarig bent,
..... (zenden) ik jou een kaart.
A
zent
B
zend
C
zenden
D
zendt

Slide 24 - Quiz

AAN DE SLAG!
WAT? E-mail schrijven (zie opdracht)
HOE? Op het bijgeleverde blaadje
HULP? Hand omhoog 
TIJD? 30 minuten
UITKOMST? Je hebt een zakelijke e-mail geschreven.
KLAAR? Lever je opdracht met uitwerking in. Begin met het lezen van theorie 6 en 7 (vanaf blz. 130)
timer
30:00

Slide 25 - Slide

HUISWERK
- Opdracht 11: kort bericht (blz. 135)
- Opdracht 16: e-mail  (blz. 146)
Mail deze 2 opdrachten 
vóór 25 februari naar:
bweerstand@rockopnh.nl

Slide 26 - Slide