Het bevorderen van mentaal welbevinden: Definities en Do's en Don'ts

Het bevorderen van mentaal welbevinden: Definities en Do's en Don'ts
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het bevorderen van mentaal welbevinden: Definities en Do's en Don'ts

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Begrijpen van mentaal welbevinden en kennen van de do's en don'ts.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over mentaal welbevinden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Definitie van Mentaal Welbevinden
Mentaal welbevinden verwijst naar iemands emotionele, psychologische en sociale welzijn.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Factoren die Mentaal Welbevinden Beïnvloeden
Factoren zoals sociale steun, zelfzorg, stressmanagement en positieve relaties spelen een rol.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Do's voor Mentaal Welbevinden
Praten over gevoelens, actief blijven, gezonde gewoonten en tijd nemen voor ontspanning.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Don'ts voor Mentaal Welbevinden
Vermijden van isolatie, het negeren van stress en overbelasting, het verwaarlozen van zelfzorg.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Interactieve Oefening
Discussie over scenario's waarin mentaal welbevinden wordt beïnvloed en het bedenken van oplossingen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van Mentaal Welbevinden
Vrijwilligerswerk, mindfulness, sporten, en het uiten van dankbaarheid zijn voorbeelden ter bevordering van mentaal welbevinden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Samenvatting van de belangrijkste punten en beantwoorden van vragen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.