Leesvaardigheid opdracht

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid

Deze les

- Terugblik

- Woord van de week

- Lesdoel

- Opdracht

Huiswerk bespreken

Opdracht 4 vraag 3, 4 en 7

Welke argumentatieschema is de volgende zin:

Met zwemmen train je elke spier in je lijf. Bovendien belast je je eigen gewicht niet. Daarom is zwemmen de beste work-out voor je lichaam.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend
3. onderschikkend, nevenschikkend
4. enkelvoudig

Welke argumentatieschema is de volgende zin:

Ik wil dit jaar in de zomer graag weer naar Frankrijk, want het is een geweldig vakantieland. Het is er altijd mooi weer en de natuur is er werkelijk prachtig.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend
3. onderschikkend, nevenschikkend
4. enkelvoudig

Hoe vind ik de kernzin van een alinea?

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Woord van vorige week:
Wat betekent twijfelmoed?

Twijfelmoed

Moed om ergens aan te twijfelen, vooral in tijden van polarisatie waarin veel mensen worden opgeroepen een nadrukkelijke keuze ergens voor of tegen te maken.

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je uit een tekst een argumentatieschema maken.

Opdracht

Maak de opdracht op het werkblad.

Lees de tekst en markeer signaalwoorden voor argumenten of voor opsommingen.

Klaar? 

Benoem hoe de schrijver de tekst inleidt.

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je uit een tekst een argumentatieschema maken.