20241007 M3 Past simple affirmative

Past simple
In deze les leer je:
  • hoe je een bevestigende zin in de verleden tijd kunt zetten. 
  • Wat het verschil is tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden


1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Past simple
In deze les leer je:
  • hoe je een bevestigende zin in de verleden tijd kunt zetten. 
  • Wat het verschil is tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst 'The Mountaineer'
Welke 7 werkwoorden in de
verleden tijd kom je tegen in
gewone, bevestigende zinnen?

Slide 3 - Open question

lived
died
was
trained
worked
climbed
helped

Wat wordt er over het
algemeen toegevoegd
aan de werkwoorden om
een verleden tijd te maken?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst ' The Cyclist'
Welke 7 werkwoorden in de
verleden tijd kom je hier tegen in
bevestigende zinnen die niet
eindigen op -ed?

Slide 6 - Open question

was
grew
had
gave
saw
built
went

Wat valt je op aan de vorm van deze werkwoorden?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

grammar
Past simple = verleden tijd

Twee soorten werkwoorden:
- regelmatige werkwoorden (bv. walk / travel / want / love)
 In past simple: werkwoord +ed 
I walked home.
We travelled to the USA. 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

grammar
- onregelmatige werkwoorden (bv. write / see / go / drive)
Deze ww hebben een eigen vorm.
I wrote a book.
My mum went to her friends. 

Onregelmatige ww moet je uit je hoofd leren. Zie lijst!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de spelling het regelmatige werkwoord in the past simple?:
work

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat is de spelling het regelmatige werkwoord in the past simple?:
love

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat is de spelling het regelmatige werkwoord in the past simple?:
study

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is de spelling het regelmatige werkwoord in the past simple?:
plan

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

spelling regelmatige werkwoorden (ww)

- ww eindigt op -e -> alleen een d toevoegen (cycle = cycled)
- y na medeklinker -> ied (study = studied)
- ww eindigt op klinker + medeklinker: verdubbeling van medeklinker -> stop=stopped, travel=travelled
(behalve bij -w, -x en -y)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Link

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions