Par 3 - Ongelijkheid in arme en rijke landen (GYM)

§3 - Ongelijkheid in arme en rijke landen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§3 - Ongelijkheid in arme en rijke landen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen sociale en regionale ongelijkheid.

  • Je kunt een voorbeeld noemen van sociale ongelijkheid in je eigen omgeving.
  • Je kunt een voorbeeld noemen van regionale ongelijkheid in je eigen omgeving.

Slide 2 - Slide

Sociale ongelijkheid
> BNP zegt iets over gemiddelde van alle inwoners in een land.

> Maar heeft iedereen evenveel?

Slide 3 - Slide

Sociale Ongelijkheid
> Nee, sommige hebben erg veel, andere bijna niets.

Slide 4 - Slide

Sociale Ongelijkheid
> Sociale ongelijkheid is dus, 

Ongelijkheid in leefomstandigheden 
(welvaart, gezondheid, woonomstandigheden), binnen een groep mensen.

> Meten met de Gini-Coëfficiënt; hoe hoger de coëfficiënt, hoe groter de ongelijkheid


Schoon drinkwater, gezondheidszorg, onderwijs, woning, etc.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

GB 55  Afrika 187H Inkomensongelijkheid
GB 55 Afrika 187H Inkomensongelijkheid
Gini-Coëfficiënt

Slide 7 - Slide

Opdracht 1
In Silicon Valley, Californië, wonen veel bekende miljonairs. Echter wonen er ook veel mensen op straat. Is hier sprake van sociale ongelijkheid, verklaar je antwoord.

Slide 8 - Slide

Opdracht 2
Naar welke kenmerken kan gekeken worden om te bepalen of er in een gebied sprake is van sociale ongelijkheid ?

Slide 9 - Slide

Regionale Ongelijkheid

Slide 10 - Slide

Regionale Ongelijkheid
  • Verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden.
  • Zowel in een land als in een stad.

  • Hoop: Arme mensen (periferie) trekken richting rijkere gebieden (centrum).
  • Ook in rijke landen > London salaris 40% hoger dan omgeving.




Slide 11 - Slide

Bron GB55, Kaart 55H Nederland Inkomens

Slide 12 - Slide

Opdracht 3
Wat is het grote verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid?

Slide 13 - Slide

Formeel & Informeel
> Zwart & Wit,
> Belasting & geen belasting betalen,
> BNP & geen BNP
> Groot of klein produceren




Slide 14 - Slide

Scharreleconomie

  • Werk doen op kleine schaal,
  • Je betaalt geen belasting,
  • Kan: Meerdere kleine beroepen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Opdracht 4
Is er in de vorige foto sprake van de formele of informele sector? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Slide

Actie
- Beantwoord de opdrachten uit het filmpje. 

- Lezen 3

- Maken opdrachten in je werkboek

- Werken aan je weektaak

Slide 19 - Slide