Maria Montessori

Maria Montessori
Chiaravalle, 31 augustus 1870 – Noordwijk, 6 mei 1952

Maria Montessori was een Italiaanse arts en pedagoog.

 Ze werkte met kinderen met leer- en ontwikkelingsachterstanden en merkte op dat ze beter leerden door actieve, praktische ervaringen.

In 1907 opende ze haar eerste school, Casa dei Bambini (Huis van de Kinderen), waar ze haar onderwijsprincipes toepaste.

"Help mij het zelf te doen"  is één van de bekendste uitspraken van Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs.

Nederland heeft ongeveer 160 montessorischolen voor basisonderwijs en twintig montessorischolen voor het voortgezet onderwijs.
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Maria Montessori
Chiaravalle, 31 augustus 1870 – Noordwijk, 6 mei 1952

Maria Montessori was een Italiaanse arts en pedagoog.

 Ze werkte met kinderen met leer- en ontwikkelingsachterstanden en merkte op dat ze beter leerden door actieve, praktische ervaringen.

In 1907 opende ze haar eerste school, Casa dei Bambini (Huis van de Kinderen), waar ze haar onderwijsprincipes toepaste.

"Help mij het zelf te doen"  is één van de bekendste uitspraken van Maria Montessori, grondlegger van het montessorionderwijs.

Nederland heeft ongeveer 160 montessorischolen voor basisonderwijs en twintig montessorischolen voor het voortgezet onderwijs.

Slide 1 - Slide

Type vernieuwingsonderwijs
Montessori-onderwijs is een vorm van vernieuwingsonderwijs, wat betekent dat het anders is dan traditioneel onderwijs. Het richt zich op het kind zelf en hoe het natuurlijk leert, in plaats van op een vaste methode voor iedereen.

Wat maakt Montessori vernieuwend?
1. Zelf kiezen en in eigen tempo leren
2. Speciale leeromgeving
3. Gemengde leeftijden in één klas
4. Leren door te doen
5. Meer dan alleen kennis

Montessori-onderwijs past zich aan het kind aan, in plaats van andersom. Kinderen krijgen vrijheid, maar leren ook verantwoordelijkheid. Dit maakt Montessori een vernieuwende manier van onderwijs, anders dan de traditionele school met vaste lessen en strakke regels.

Slide 2 - Slide

visie en uitgangspunt
Het montessorionderwijs is gebaseerd op het principe: "Help mij het zelf te doen." Het uitgangspunt is dat ieder kind een natuurlijke drang heeft om zichzelf te ontwikkelen. Daarom is het belangrijk dat onderwijs aansluit bij de behoeften van het kind en een omgeving biedt waarin het zelfstandig kan leren en groeien.

In een montessoriklas kiezen kinderen zelf waar ze mee aan de slag gaan. Ze werken zelfstandig of in kleine groepjes met speciaal lesmateriaal dat hen helpt ontdekken en leren. De leerkracht observeert de kinderen en biedt op het juiste moment materialen aan die aansluiten bij hun ontwikkeling.

Het doel van montessorionderwijs is niet alleen kennis opdoen, maar ook zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en plezier in leren ontwikkelen.

Slide 3 - Slide

VOORDELEN MONTESSORI ONDERWIJS:

1. Zelfstandigheid en vertrouwen. 

2. Individuele leerbehoeften

3. Montessori richt zich niet alleen op de cognitieve ontwikkeling, maar ook op emotionele en sociale groei. 
NADELEN MONTESSORI ONDERWIJS:

1. Montessori bied minder structuur. 

2. Montessori - scholen kunnen duurder zijn dan reguliere openbare scholen. 

3. Montessori onderijs is geschikt voor veel kinderen, maar is niet altijd de beste keus voor elk kind. 

Slide 4 - Slide

koppeling naar de praktijk
De koppeling tussen het montessorionderwijs in het kinderdagverblijf ,het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is gebaseerd op dezelfde pedagogische principes, maar aangepast aan de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Zowel in het kinderdagverblijf als in het onderwijs ligt de nadruk om kinderen  zelfbewust, verantwoordelijk en sociaal vaardig te maken.







Montessori speelgoed is educatief speelgoed wat zelfstandig leren en experimenteren stimuleert. het is gemaakt van hout of natuurlijke materialen. Speelgoed waar met eigen invulling en eigen regels mee gespeeld kan worden, maar wel met een leerdoel. Leerlingen kunnen zichzelf controleren of ze het goed hebben gedaan.



Slide 5 - Slide

IKC: overeenkomsten
IKC: Overeenkomsten:
1. Ontwikkeling van het kind staat centraal. Er word gestreefd om het kind te ondersteunen in eigen leerproces en ontwikkeling van talenten en interesses. 
2. Individuele ontwikkeling. Kinderen mogen op eigen tempo leren met materialen en activiteiten die aansluiten bij hun behoeften en ontwikkelingsniveau. 
3. Samenwerking en sociale vaardigheden. Kinderen worden gestimuleerd om samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen en respect voor anderen te ontwikkelen. 
4. Betrokkenheid van ouders. Ouders worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan de ontwikkeling van hun kinderen en om samen te werken met school om een ondersteunende leeromgeving te creëren. 

Slide 6 - Slide

IKC: verschillen
1. Montessori:Klassen zijn vaak gemengd in leeftijd, dit bevorderd het leren van elkaar en het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
IKC: Klassen werken vaak in leeftijdsgroepen, afhankelijk van de fase van de ontwikkeling.
2. Montessori: Richt zich op onderwijs en pedagogische benadering voor het leren. Er is geen directe samenwerking met zorg en welzijn.
IKC: Richt zich op samenwerking tussen onderwijs, opvang en zorg. Voordeel is dat kinderen met extra ondersteuningsbehoeften meer hulp krijgen. 
3. Montessori: De leeromgeving is zorgvuldig ingericht met specifieke materialen die kinderen uitnodigen tot zelfontdekking en minder focus heeft op technologie. 
IKC: De leeromgeving is niet alleen gericht op onderwijs, maar ook op technologie, ontspanning en sociale interactie. 

Slide 7 - Slide

OCR overeenkomsten: 
Beide scholen stemmen af op wat het kind nodig heeft

Lesmateriaal en methodes worden afgestemd op de leerling en lesmaterialen liggen open, zodat leerlingen kunnen zien wat er in de open kast ligt en we hebben ook montessori speelgoed. 

Beide creëren een omgeving die het leren ondersteunt                                    

Zelfredzaamheid wordt bevorderd       

Gemengde of aangepaste groepen voor betere sociale en leerondersteuning

Geen druk: het tempo wordt aangepast aan de ontwikkeling van het kind










Slide 8 - Slide

OCR verschillen:

1. Onderwijsdoel:  Praktische ontwikkeling: taal, sociale redzaamheid, motoriek, communicatie

2. Les aanpak: Sterke begeleiding, veel herhaling, korte instructies, voorspelbare routines

3. Leeromgeving: eigen plek om te werken. 

4. Begeleiding: Multidisciplinair team: leerkrachten, assistenten, therapeuten, gedragsdeskundigen

5. Zelfstandigheid: Wordt opgebouwd met stappenplannen, 
begeleiding en veel structuur

Slide 9 - Slide

Wat is de bekendste uitspraak van Maria Montessori?

A
Ik heb het nog nooit gedaan, ik denk dat ik het wel kan
B
Wie het laatst lacht, denkt het traagst
C
Help mij het zelf te doen
D
Een goede leraar is het halve huiswerk

Slide 10 - Quiz

Wat is een specifiek kenmerk van het Montessori onderwijs?
A
zelfstandigheid
B
samenwerking
C
zelf weten wanneer je je naar school komt
D
leren door ervaring

Slide 11 - Quiz

Hoe verschilt het Montessori onderwijs van traditioneel onderwijs?
A
fouten maken mag niet
B
aangemoedigd om samen te werken
C
werken op tempo leerkracht
D
gemengde leeftijdsgroepen

Slide 12 - Quiz

Zijn er nog vragen??

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide