V3- Herhaling Modalverben o.t.t. & o.v.t.

V3 - Woche 47 - Stunde 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V3 - Woche 47 - Stunde 2

Slide 1 - Slide

Planung

Wiederholung
  • Modalverben o.t.t. / o.v.t.
Selbstständig arbeiten:
  • Wiederholung 3 
  • Lernen Prüfung Grammatik 1
  • Slim Stampen K3 afmaken

Vraag n.a.v. evaluatie les 1
--> Wat is 'beter / gewoon leren'? 



Ziele

  • Je kunt de modale werkwoorden in de o.t.t. en o.v.t. gebruiken.




PRÜFUNG GRAMMATIK 1 (V3duF) Teil 1
2. DECEMBER


Slide 2 - Slide

Modalverben?
Weißt du es noch?

Slide 3 - Slide

dürfen
können
müssen
wissen
sollen
wollen
mögen
möchten
mogen (toestemming hebben)
kunnen
moeten (noodzaak, het kan niet anders)
weten
moeten (wil van ander)
willen
leuk vinden, lusten
willen (wens)

Slide 4 - Drag question

Let op: betekenis
  • dürfen   (= mogen)
  • können (= kunnen)
  • mögen  (= lusten, lekker vinden, houden van)
  • müssen (= moeten als noodzaak)
  • sollen  (= moeten als wens van een ander, aanrading, bevel)
  • wollen  (= willen)
  • wissen (= weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd)
  • möchten (= zou graag willen - geen modaal ww)

Slide 5 - Slide

Formatieve meting en evaluatie
Machen: 
1. Aufgabe 'haben, sein, werden & schwache Verben o.t.t.& o.v.t.' (link)
2. Evaluationsformular dieses Themas
Zeit: 20 Minuten
Fertig = 
  • Inleveren Slim Stampen K1: In Teams bij opdracht in Kanaal Algemeen
  • Lernen: Prüfung Grammatik 1: Ga aan de slag met de punten van de evaluatie waarop je jezelf niet met 'goed' beoordeeld hebt. 

timer
20:00

Slide 6 - Slide

In de tegenwoordige tijd hebben wollen, mögen, können, müssen, dürfen en wissen in het enkelvoud ...... klinkerverandering.
A
wel een
B
GEEN

Slide 7 - Quiz

Bij de Modalverben in de o.t.t. en o.v.t. zijn de ich en er/sie/es -vorm ....
A
hetzelfde
B
verschillend

Slide 8 - Quiz

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Welke uitgang komt achter de stam in de verleden tijd?
te
ten
test
ten
tet
te

Slide 9 - Drag question

Kenmerken Modalverben o.v.t.
  • In de verleden tijd (en het voltooid deelwoord)  komt bij modale werkwoorden nooit een umlaut.
  • De uitgangen in de verleden tijd zijn gelijk aan de uitgangen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd: 


       ich = stam + te
       du = stam + test
       er/sie/es = stam + te
       wir = stam + ten
       ihr = stam + tet
       sie/Sie = stam + ten

Slide 10 - Slide

Vul het werkwoord in de o.t.t. & o.v.t. in.

Wir (wollen) ……… dich nicht stören.
timer
0:30

Slide 11 - Open question

Vul het werkwoord in de o.t.t. & o.v.t. in.

Er (müssen) …….. zeitig aufstehen.
timer
0:30

Slide 12 - Open question

Vul het werkwoord in de o.t.t. & o.v.t. in.

Ihr (können) …… es nicht sehen.
timer
0:30

Slide 13 - Open question

Vul het werkwoord in de o.t.t. & o.v.t. in.

Ich (dürfen) ……. es euch nicht sagen.
timer
0:30

Slide 14 - Open question

Wiederholung 3
Online machen: 
  • Wiederholung 3 (80%) 
Zeit: diese Stunde
Fertig = 
  • Wiederholung 1 afmaken en verbeteren
  • Inleveren Slim Stampen K1 In Teams bij opdracht in Kanaal Algemeen
  • Lernen: Prüfung Grammatik 1

Slide 15 - Slide

nächste Stunde
Prüfung Grammatik 1

Slide 16 - Slide