ANFY 1.2 Les 7 - bouw en werking nier en hormonale regeling

• fysiologie
• MBO
• Studiejaar 1

ANFY  - week 7

Wat gaan we doen vandaag?

* Diabetes een hyper en hypo

* Nieren

* Laatste les; volgende week toets

Hormonen

Welke hormonen spelen een rol bij het in stand houden van de glucose spiegel ?

Wat doen die hormonen?

Waar worden die hormonen gemaakt?

Wat gaat er mis bij diabetes?

Een hyper of hypo bij diabetes

Wat is dat?

Een Hypo krijg je als te lang niet hebt gegeten

1. Juist
2. Onjuist

Stel je hebt diabetes type 1, hoe kun je dan een hyper krijgen?

De kans op nier schade als je diabetes hebt is aanwezig omdat...

1. hoge glucose waarde tast je nieren aan
2. Lage glucose waarde tast je nieren aan
3. Insuline spuiten tast je nieren aan
4. Bij diabetes type 1 heb je geen nierschade

Wat is de functie van de nieren?

Loopt de nierslagader naar je nieren toe of van je nieren af?

1. naar je nieren toe
2. van je nieren af

0,2 mm

Ultrafiltratie

Er vindt filtratie plaats.
Water, zouten, afvalstoffen maar ook glucose worden door de filter geperst

 

Terugresorbtie

Adertjes langs het nefron nemen goede stoffen weer terug uit de voor urine 

Op welke plaats in een nefron is er sprake van ultrafiltratie?

1. kluwen van haarvaten (glomerulus)
2. nierbekken
3. tweede gekronkelde buisje
4. verzamelbuisje

Waar wordt ADH geproduceerd?

1. In de hypothalamus (hersenen)
2. In de bijnieren
3. In het rode beenmerg
4. In het hart

Osmotische waarde

= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je water kwijtraakt terwijl opgeloste deeltjes achterblijven STIJGT de osmotische waarde

Stel, je drinkt heel weinig en/of je zweet veel. Wat gebeurt er met de osmotische waarde van het bloed?

1. Gaat omlaag
2. Gaat omhoog
3. Blijft hetzelfde

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?

1. Lage osmotische waarde van het bloed
2. Hoge osmotische waarde van het bloed
3. Weinig zuurstof in het bloed
4. Veel CO2 in het bloed

Wat is het effect van ADH?

1. Meer productie voorurine
2. Minder productie voorurine
3. Meer terugresorbtie van water
4. Minder terugresorbtie van water

Effect ADH

Als de osmotische waarde van het bloed stijgt ('uitdroging') --> meer productie ADH --> MEER terugresorbtie van water in de distale tubulus en verzamelbuis --> MINDER productie urine --> er blijft MEER water in het lichaam --> osmotische waarde daalt weer

Ander voorbeeld 

En nu een precies omgekeerd:

Wat gebeurt er als je een liter water drinkt?

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?

1. Neemt toe
2. Neemt af
3. Blijft gelijk
4. Weet niet

Er is minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?

1. Neemt toe
2. Neemt af
3. Blijft gelijk

Dat was 'm!

Alle stof is nu behandeld. 

Volgende week proeftoets + nakijken

19 juni toets!