Vat een alinea samen. Hoe doe je dat?
-maak onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
-bijzaken = uitleg, toelichting, voorbeelden. Te herkennen aan de signaalwoorden (zoals, zo) en verwijswoorden (dit, die, dat)
-bijzaken waaronder voorbeelden noem je niet in je samenvatting.
-markeer de hoofdzaken. Deze vat je IN EIGEN WOORDEN samen