vwo 4 Spelling en formuleren

vwo 4 spelling en formuleren

Pascal.Tijdink@achterhoekvo.nl

LessonUpcode: jtydt voor het volgen van de les, ook thuis!
Teamscode: 6he239v voor het inleveren van opdrachten 


Ziek thuis? Morgen is de spellingtoets, wellicht kun je hiervoor leren als je morgen op school komt. Anders zou verder lezen in de Grot ook een optie kunnen zijn.
1 / 54
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 54 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

vwo 4 spelling en formuleren

Pascal.Tijdink@achterhoekvo.nl

LessonUpcode: jtydt voor het volgen van de les, ook thuis!
Teamscode: 6he239v voor het inleveren van opdrachten 


Ziek thuis? Morgen is de spellingtoets, wellicht kun je hiervoor leren als je morgen op school komt. Anders zou verder lezen in de Grot ook een optie kunnen zijn.

Slide 1 - Slide

Toetskalender
  • 1 oktober inleveren 'kunstautobiografie'
       Zelf ook goed bewaren (leesportfolio).

  • week 42 - 15 oktober                                      SO spelling en formuleren h4

  • week 46 toets de Grot en literatuuranalyse (9-11)

  • week 48/ toetsweek tekstbegrip



Slide 2 - Slide

Dagprogramma


-> Spelling en formuleren h4
Bekijken twee filmpjes + doornemen nieuwe slides

Slide 3 - Slide

Spelling en formuleren


- Spelling hoofdstuk 4
- Formuleren hoofdstuk 4

De antwoorden zijn te vinden in deze LU. Ook heb ik voor jullie extra uitlegfilmpjes in deze LU geplaatst + een ppt.  Deze kun je thuis nogmaals bekijken ter voorbereiding op jouw toets.


Slide 4 - Slide

Belangrijke onderdelen spelling! De rode cijfers zijn de theoriecijfers in jouw leeropdrachtenboek. Zelfstudie!
werkwoordspelling V 117
meervoud van zelfstandige naamwoorden V 120
verkleinwoorden V 121
bijvoeglijke naamwoorden V 122
hoofdletters V 124/125
apostrof 126
streepje V 128
trema V  127

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Belangrijke onderdelen formuleren!
  1. foutieve inversie V 157
  2. dat/als V 153
  3. congruentie V  150
  4. beknopte bijzin V  154
  5. verwijswoorden V  159
  6. woordherhaling V  144
  7. foutief pleonasme V  144
  8. foutieve tautologie V 144
  9. dubbele ontkenning V 144

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

1. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld dubbele ontkenning 144
  • Je gebruikt twee keer een ontkenning
  • Hij gebruikt nooit geen suiker in zijn thee
  • Wat moet je doen?
  • Nooit of geen weghalen.


Slide 22 - Slide

2. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld foutief pleonasme en foutieve tautologie 144
Foutief pleonasme: wanneer in een zin een woord gebruikt wordt waarvan de betekenis al aanwezig is in een ander woord in de zin. 
Voorbeeld:
'Wat zou het toch fijn zijn als er met kerst een mooi pak witte sneeuw zou liggen'

Foutieve tautologie: wanneer in een zin twee woorden of woordgroepen gebruikt zijn die hetzelfde betekenen (en dus synoniem zijn).
Voorbeeld:
'Bovendien moet ik voor morgen ook mijn huiswerk nog afmaken'

Slide 23 - Slide

3. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld congruentiefout 150
Tussen het onderwerp en de persoonsvorm van een zin bestaat congruentie: ze zijn op elkaar afgestemd

Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm.
Dus: De Vikingen waren een oorlogszuchtig volkje
                   mv                  mv

  • De media maken meldingen van een aardbeving (mv)
  • De lading boomstammen werd naar de werkplaats gebracht (ev)

Slide 24 - Slide

4. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld foutieve inversie 157
Bij inversie staat het onderwerp achter de persoonsvorm. Dit is bijvoorbeeld het geval bij vraagzinnen: 'Zal ik je helpen?'

Gisteren heb ik Engelse woorden geleerd en ga ik vanmiddag Frans doen.
Dit is een foutieve inversie

Hoe moet je het verbeteren?
  • Gisteren heb ik Engelse woordjes geleerd en ik ga vanmiddag Frans doen.

Slide 25 - Slide

5. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld ambiguïteit 145

  • Daar liepen vrouwen in klederdracht, die ik nog niet eerder had gezien.
  •  ('ik had de vrouwen nog niet eerder gezien' en 'ik had de klederdracht nog niet eerder gezien')
  • Je kan het op twee manieren uitleggen.

Slide 26 - Slide

6. Belangrijke onderdelen formuleren
voorbeeld lijdende vorm 151
'Bas wast wekelijks de auto van de buurman'
'Door Bas wordt wekelijks de auto van de buurman gewassen'

De eerste zin staat in bedrijvende vorm. Dat wil zeggen dat het onderwerp (Bas) de handeling verricht. De tweede zin staat in lijdende vorm. Hierbij gaat het onderwerp (de auto) de handeling. 

Zinnen in de lijdende vorm zijn omslachtig, de voorkeur gaat uit naar de bedrijvende vorm.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Antwoorden
Hierachter volgende de antwoorden van de oefeningen die je thuis en/of op school (of niet) hebt gemaakt. Maak als voorbereiding op de toets, per belangrijk onderdeel, nog  een paar oefeningen!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Succes!
Nog vragen over de lesstof?

Slide 54 - Slide