NT Licht en geluid

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NT2Zaakvakcursus natuur & techniekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk soort mengsel is door het filter gegoten?
A
een oplossing
B
een legering
C
een suspensie

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Geluid & licht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Geluid
  • geluid is een drukgolf: je hoort geluid doordat deeltjes in de lucht samengeperst worden 
  • je hebt moleculen nodig, dus in een vacuum geen geluid

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Amplitude en frequentie
  • Amplitude = volume (decibel, dB)
  • Frequentie = toonhoogte (Hertz, Hz)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

absorberen en weerkaatsen
Absorberen (opname) zorgt voor demping
Geluid kan ook worden weerkaatst (nieuwe richting)
- echolocatie
- oriëntatie voor blinden

Snelheid van geluid: in lucht bij kamertemperatuur 343 m/s
geluidssnelheid vaste stof > geluidssnelheid vloeistof > geluidssnelheid gas

Slide 6 - Slide

Trillingen worden snel doorgegeven
Welke stelling(en) is/zijn waar?
A. Een geluidsgolf met een kleine amplitude klinkt hard
B. Een geluidsgolf met een hoge frequentie klinkt laag
C. Een geluidsgolf met een grote amplitude klinkt hard
A
alleen A
B
B en C
C
Alleen C
D
A, B en C

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke geluiden hebben dezelfde toonhoogte?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
geen van allen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Doppler-effect
naar je toe: golven samengedrukt = hoge frequentie
van je af: golven worden uitgerekt: lage frequentie

Slide 11 - Slide

Trillingen worden snel doorgegeven

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Licht

Slide 13 - Slide

Trillingen worden snel doorgegeven
Weerkaatsing 
gerichte weerkaatsing: hoek van inval = hoek van weerkaatsing (glad oppervlak)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Absorptie
reflectie: kleuren worden weerkaatst
absorptie: kleuren worden opgenomen
transmissie: al het licht gaat er doorheen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

lenzen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

verziend/bijziend




Bijziend: 
te bolle lens/lange oogbol, veraf zicht is slecht

verziend:
te holle lens/korte oogbol, zicht dichtbij is slecht

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk licht heeft de HOOGSTE golflengte?
A
rood licht
B
paars licht
C
ultraviolet licht
D
infrarood licht

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een object is blauw omdat...
A
het alle kleuren licht absorbeert, maar blauw reflecteert
B
het alle kleuren licht reflecteert, maar blauw absorbeert
C
het blauwe licht door de stof heen passeert
D
geen van deze antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Ik ben bijziend. Kan ik veraf of dichtbij niet goed zien? Welke glazen zitten er in mijn bril?
A
ik kan dichtbij slecht zien, correctie met - glas
B
Ik kan dichtbij slecht zien, correctie met + glas
C
Ik kan veraf slecht zien, correctie met - glas
D
ik kan veraf slecht zien, correctie met + glas

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe goed begrijp je de stof van vandaag?
0100

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Extra examenvragen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke manier lijkt het meest op fotosynthese?
A
manier A
B
manier B
C
manier C
D
manier D

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Het ijzer is
A
gecoat met een laagje ander metaal
B
gecoat met een laagje kunststof
C
vermengd met andere metalen
D
vermengd met kunststof

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Heeft speeksel nog een andere functie?
A
ja, bacteriële spijsvertering
B
ja, enzymatische spijsvertering
C
ja, mechanische spijsvertering
D
nee

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van het smelten na de toevoeging van zout?
A
het smeltpunt is nu hoger
B
het smeltpunt is nu lager
C
het zout vormt een isolerende laag
D
er ontstaat een reactie tussen zout en water waarbij warmte vrijkomt

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Welke vriezer is het meest energiezuinig?
A
vriezer 1
B
vriezer 2
C
vriezer 3
D
vriezer 4

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Welke bewering is waar?
A
bewering A
B
bewering B
C
bewering C

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions