week 6 hoofdzin en bijzin

week 6
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

week 6

Slide 1 - Slide

toetsweek...
(week 6: bijna klaar)
week 7: gewone week (spelling oefeningen)
week 8: cultuurweek, geen gewone lessen
week 9 vakantie!!
week 10: laatste lesweek, (herhaling toetssstof)
week 11: toetsweek (vanaf maandag)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

wat is het naamwoordelijk gezegde?

Het meisje met al die krulletjes in haar haar gestrikt, lijkt heel erg op een filmster.
A
in haar haar gestrikt
B
het meisje lijkt
C
lijkt heel erg
D
lijkt op een filmster

Slide 12 - Quiz

Wat is het gezegde?

Mensen met veel vrije tijd zijn niet automatisch gelukkiger dan mensen zonder veel vrije tijd.

Slide 13 - Open question

Wat is het gezegde?

Het vinden van een balans tussen vrije tijd en school kan een hele opgave zijn.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat zijn de persoonsvormen in onderstaande zin?

Ik houd van series kijken, maar mijn vriend gamet liever.

Slide 18 - Open question

Wat is of zijn de onderwerpen?

Ik houd van series maar mijn vriend gamet liever.
A
ik
B
series
C
series, mijn vriend
D
ik, mijn vriend

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is dit voor een zin?

Over drie schoolweken begint de toetsweek en de leerlingen zijn zich al aan het voorbereiden.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
bz - bz

Slide 29 - Quiz

Wat is dit voor een zin?

De verwaarloosde wijk zorgt ervoor dat huizen minder waard worden.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
bz - bz

Slide 30 - Quiz

Wat is hier de bijzin?

De leerlingen kijken blij omdat ze werken met hoofdzinnen en bijzinnen al aardig begrijpen.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

V2 toetsstof P2
Redekundig ontleden
Hoofd- en bijzinnen
Theorie poëzie
meervoudsvormen
bijvoeglijke naamwoorden
samenstellingen 

Slide 36 - Slide