B1K1 leereenheid 7.1, 7.2 en 7.3

Thema 7:
Bewegingsvormen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Thema 7:
Bewegingsvormen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kunt het begrip bewegingsvormen en de eisen die hieraan gesteld worden omschrijven.
  • Je kunt differentiëren op leervoorstelniveau toepassen.
  • Je kent de vier algemene methodische principes en kunt deze toepassen.
  • Je kunt de verschillen tussen de deelmethode en totaalmethode beschrijven.
  • Je kunt de kolom bewegingsvormen correct invullen op het lesvoorbereidingsformulier.

Slide 2 - Slide

Planning periode 2:

Slide 3 - Slide

Opdrachten periode 2:

Feedback
Feedback
Eindbeoordeling

Slide 4 - Slide

Wat zijn voor jou vormen van bewegen?
(Bewegingsvormen)

Slide 5 - Mind map

6.1 Bewegingsvormen
Alle sport- en bewegingsactiviteiten die de sportleider laat uitvoeren door de SB-deelnemers om de doelstelling te bereiken.

Slide 6 - Slide

Functies van bewegingsvormen
  • Bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie

  • Bewegingsvormen gericht op maatschappelijke activering

  • Bewegingsvormen gericht op ontwikkeling van sporttechniek en sporttactiek

  • Bewegingsvormen gericht op stimulering van bewegingsvaardigheden

Slide 7 - Slide

Wat is de relatie tussen de beginsituatie en de bewegingsvormen? Geef een aantal praktijkvoorbeelden waaruit deze relatie blijkt.

Slide 8 - Open question

Wat is de relatie tussen doelstellingen en de bewegingsvormen? Geef een aantal praktijkvoorbeelden waaruit deze relatie blijkt.

Slide 9 - Open question

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Beginsituatie                Doelstelling

Slide 10 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Lees voor jezelf pag. 196 en 197.
timer
3:00

Slide 11 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Wat heb je gelezen?

Slide 12 - Slide

Didactische eisen:

  • Bewegingsvormen sluiten aan op de beginsituatie

  • Bewegingsvormen dragen bij aan het realiseren van de doelstelling

  • Bewegingsvormen zijn gebaseerd op de evaluatie van voorgaande lessen

Slide 13 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Maak 2 tallen:

Student 1: Lees pag. 198 en 199
Student 2: Lees pag 200, 201 en eerste
alinea 202
timer
3:00

Slide 14 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Wat heb je gelezen?

Slide 15 - Slide

Eisen gesteld aan de bewegingsvormen:

  • Veilig zijn

  • Betekenisvol zijn

  • Voldoende belevingswaarde en afwisseling hebben


Slide 16 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Maak 2 tallen:

Student 1: Lees pag. 202 
(Optimale intensiteit)

Student 2: Lees pag 203 en 204
timer
3:00

Slide 17 - Slide

6.2 Kiezen van bewegingsvormen
Wat heb je gelezen?

Slide 18 - Slide

Eisen gesteld aan de bewegingsvormen:

  • Optimale intensiteit mogelijk maken

  • Differentiatie mogelijk maken

  • Methodisch goed opgebouwd zijn.


Slide 19 - Slide

Optimale intensiteit
Bij het streven naar een zo intensief mogelijke les moet je in de gaten houden dat er een goede verhouding is tussen arbeid en rust. Dit wordt de arbeidscurve genoemd.

Slide 20 - Slide

Differentiatie mogelijkheden
Noodzakelijke didactische vaardigheid om tegemoet te komen aan de verschillen tussen de SB-deelnemers. 

Als lesgever kun je op twee manieren differentiëren:

  • door de organisatie aan te passen (organisatorische differentiatie)
  • door de bewegingsvormen aan te passen (inhoudelijke differentiatie).

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Beoordeel de bewegingsvormen op grond van deze vijf criteria:

1. veilig 2. betekenis vol 3. voldoende belevingswaarde en afwisseling 4. optimale intensiteit 5. differentiatie mogelijk maken.

Slide 23 - Open question

BHU-model

  • Basisvorm: beide spelers spelen elkaar bovenhands de bal toe

  • Herhalingsvorm: een aangeworpen bal bovenhands terugspelen

  • Uitbreidingsvorm: elkaar de bal moeilijker aanspelen (links, rechts, hoge, lage bal, smash




Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Beoordeel de bewegingsvormen op grond van deze vijf criteria:

1. veilig 2. betekenis vol 3. voldoende belevingswaarde en afwisseling 4. optimale intensiteit 5. differentiatie mogelijk maken.

Slide 26 - Open question

Hoe vond jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Slide