Didactiek oefenles p2

Waar moet een bewegingsvorm aan voldoen?
- veilig
- betekenisvol
- belevingswaarde en afwisseling 
- optimale intensiteit (goede arbeidscurve)
- differentiatie mogelijk
- methodisch goed opgebouwd.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waar moet een bewegingsvorm aan voldoen?
- veilig
- betekenisvol
- belevingswaarde en afwisseling 
- optimale intensiteit (goede arbeidscurve)
- differentiatie mogelijk
- methodisch goed opgebouwd.

Slide 1 - Slide

Lesgeven via 2 methoden
Deelmethode 
Totaalmethode

Slide 2 - Slide

Waarom een doelstelling?
Verantwoording afleggen (waarom doen we dit?)
Optimaal leerresultaat
Zet je tot nadenken wat je wilt doen.
Geeft aan wat je wilt bereiken met je les.

Slide 3 - Slide

Doelstellingen verdelen in 2 categorieën
Gedrag: motorisch, cognitief, sociaal affectief
Termijn: korte, middellange en lange termijn

Slide 4 - Slide

Doelstelling formuleren
B: bewegingsvorm
W: waarneembaar eindgedrag
O: omstandigheden
M: minimale eis (kwalitatief en/of kwantitatief) 

Slide 5 - Slide

Bewegingsvorm
bovenhandse techniek volleybal
wreeftrap voetbal
de handstand
de zweefrol

Slide 6 - Slide

Waarneembaar eindgedrag
bovenhandse techniek demonstreren
wreeftrap uitvoeren
de handstand zelfstandig uitvoeren
zweefrol springen

Slide 7 - Slide

Omstandigheden
tijdens een oefenvorm (spelvorm etc)
tijdens een wedstrijdvorm (1 tegen 1)
tegen de muur
op een schuinvlak 
etc.

Slide 8 - Slide

Minimale eis
Kwantitatief: 10 keer overgooien, 5 keer op doel schieten etc. 
Kwalitatief: met gestrekte arm nawijzen, op borsthoogte, standbeen naast de bal, lichaam over de bal etc.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Visuele instructie

Slide 11 - Slide

Auditieve instructie

Slide 12 - Slide

Tactiele instructie

Slide 13 - Slide