v/g week 37 zakelijk schrijven + leestekens

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader

Slide 1 - Slide




Schrijfvaardigheid
- Ik weet welke onderdelen in een zakelijke brief horen.
- Je kan zelf een zakelijke tekst (krantenartikel) schrijven.



Kern
- Ik weet wanneer je een leesteken schrijft.
- Ik kan in een zin of tekst de juiste hoofdletters en leestekens invullen.
- Ik kan uitleggen hoe interpunctie de betekenis van een woord en/of zin bepaalt. 







Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Een artikel schrijven
1) Een informatief artikel geeft de lezer informatie 
over een bepaald onderwerp

2) In een informatief artikel staan feiten

3) Een informatief artikel bestaat uit een inleiding, kern en slot

4) Een informatief artikel heeft een passende titel

Slide 3 - Slide

1.

Slide 4 - Slide

2.

Slide 5 - Slide

Kwaliteitscriteria opstellen
Waar moet een goed krantenartikel aan voldoen?

Slide 6 - Slide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Wat kan er nog meer in een inleiding?
- een voorbeeld van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) over het onderwerp.
- een vraag of vragen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 7 - Slide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  

Slide 8 - Slide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die 
je in de inleiding hebt gesteld. 

Slide 9 - Slide

Kijk mee naar de opdracht
'Zakelijke schrijfopdracht brugklas'


Slide 10 - Slide

Leestekens

Slide 11 - Slide

Voeg hoofdletters en leestekens toe:
s morgens loopt piet van de broek altijd in de hoofdstraat

Slide 12 - Open question

Punt (.)
- aan het einde van een zin
- bij een afkorting

Uitroepteken (!)
- bij een uitroep of bevel

Vraagteken (?)
- aan het einde van een vraagzin


Slide 13 - Slide




– als je een pauze hoort
   Tja, wanneer schrijf je een komma?

  – bij een opsomming
   We zijn open op maandag, dinsdag en donderdag

– tussen bijvoeglijke naamwoorden
   een prachtige, fantastische, onvergetelijke avond

   – tussen twee persoonsvormen
   Waar hij is, weet niemand.

   – voor- en nadat je iemand aanspreekt
   Hé, pannenkoek, kijk eens uit.




Komma (,)

Slide 14 - Slide

Dubbele punt (:)
- bij een opsomming

 Hij heeft vele talenten: hij zingt, hij danst en hij speelt toneel.

- bij een citaat
En toen zei ze: ‘Ik vertrek.’

- bij een nadere uitleg
Je weet: met mij valt niet te sollen.


Slide 15 - Slide

Apostrof (')
– tegen uitspraakverwarring bij meervouds- en bezitsvormen
   safari’s, Petra’s kat 

  – na de bezitsvorm van namen op een s- klank
   Lukas’ werkstuk, Mitch’ koptelefoon

- bij een afkorting
's morgens (des morgens), 't (het)

Slide 16 - Slide

Aanhalingstekens ('...' en "...")
- om citaten
 ‘En toch,’ zei ze, ‘het blijft grappig.’

–  om woorden die je letterlijk benoemt
Er is hier sprake van een zogeheten ‘sneeuwbaleffect’.

  – om woorden met een speciale betekenis
Die man is 'tiktokfamous'.

Slide 17 - Slide

Liggend streepje (-)
- als koppelteken
thema-avond

- als afbreekstreepje
tuin- en kamerplanten

- als weglatingsstreepje
morgen ga ik naar de super-
markt

Slide 18 - Slide

Zelf aan de slag
Serre

Les F (p. 120)
Opdrachten: 2 t/m 4, 7 en 8
Extra opdrachten: 6, 10
Verdiepingsopdrachten: 5, 9 en 11

Kijk je antwoorden na!

Domein

Krantenartikel
- Stappenplan (studiewijzer)
- Inleveren in Magister

Slide 19 - Slide