t/h week 36 zakelijk schrijven + hoofdletters

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Schrift
- Etui
- Laptop en oplader


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Schrift
- Etui
- Laptop en oplader


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je deze week?
Schrijfvaardigheid
- Je weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
- Je weet het verschil tussen creatief schrijven en zakelijk schrijven.
- Je weet hoe een zakelijke tekst (krantenartikel) eruit ziet en uit welke onderdelen deze tekst bestaat.

Taalverzorging - hoofdletters
- Ik weet wanneer ik een hoofdletter schrijf
- Ik kan in een zin de juiste hoofdletters invullen
- Ik kan uitleggen wanneer je wel en niet een hoofdletter moet schrijven
- Ik kan zelf goede zinnen maken met het juiste gebruik van hoofdletters

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Zakelijk schrijven: wat is dat?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Zakelijk schrijven: tekstsoorten

- Interview
- Krantenartikel
- Nieuwsberichten
- Handleidingen
- Zakelijke brief (sollicitatiebrief, overheidsbrief)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Vraag aan de klas: uit welke onderdelen bestaat een krantenartikel/informatieve tekst?
Een artikel schrijven
1) Een informatief artikel geeft de lezer informatie 
over een bepaald onderwerp

2) In een informatief artikel staan feiten

3) Een informatief artikel bestaat uit een inleiding, kern en slot

4) Een informatief artikel heeft een passende titel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: zakelijk schrijven

Volgende week gaan we verder met zakelijk schrijven. Je krijgt dan ook uitleg over de opdracht. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters
Kern les 19

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom maken we gebruik van hoofdletters?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

1. Aan het begin van een zin: Ik moet morgen vroeg opstaan
2. Als een zin met een apostrof (') begint, krijgt de eerste letter van het woord daarna de hoofdletter: 's Ochtends moet ik vroeg opstaan.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welk antwoord is goed?
A
's Nachts
B
's nachts
C
'S nachts
D
'S Nachts

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
3. Eigennamen: 
- personen: Jan Janssen, Piet van den Berg, meneer Van Dijk
- instituten: Voedingscentrum
- merken en bedrijven: Nike, MediaMarkt
- historische gebeurtenissen: de Tweede Wereldoorlog
- feestdagen: Kerstmis, Suikerfeest

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welk antwoord is goed?
A
Pasen
B
pasen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

4. Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: Rotterdam, Nederlands
5. Heilige namen: God, Allah
6. Titels: Alice in wonderland, Spijt!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk antwoord is goed?
A
franse les
B
Franse les
C
Franse Les
D
franse Les

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je GEEN hoofdletter?

1. Bij maanden en dagen: januari, maandag
2. Bij windstreken: noordoosten
3. Bij historische tijdperken: oudheid, middeleeuwen
4. Bij woorden die afgeleid zijn van feestdagen: kerstvakantie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voeg hoofdletters toe:
mevrouw van dijk brengt op maandag altijd haar hond naar utrecht.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Voeg hoofdletters toe:
arend-jan gaat vaak tijdens de kerst op vakantie in het zuiden van nederland

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag! 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Weektaak  (week 36)
Les 19 (p. 190)
Opdrachten: 2 t/m 4 en 7 t/m 10
Extra opdrachten: -
Verdiepingsopdrachten: 5, 6 en 11








Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Check-out: zie jij de fout?
In de kerstvakantie gaan wij altijd op wintersport in het Oosten van Oostenrijk. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Check-out: zie jij de fout?
In de kerstvakantie gaan wij altijd op wintersport in het Oosten van Oostenrijk. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions