Toetsweek P2 - spelling

TOETSWEEK P2
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

TOETSWEEK P2

Slide 1 - Slide

Toets & Daltontaak
De toets beslaat 3 paragrafen en telt 2x mee
Tijdens de eerste les na de toetsweek (28 januari) maak je een boekopdracht in de les

Slide 2 - Slide

TOETS Nieuw Nederlands

Spelling H1 - Leestekens: punt, komma, puntkomma en punt 
Spelling H1 - WW spelling: Gebiedende wijs
Spelling H2 - De vervoeging van Engelse werkwoorden

Slide 3 - Slide

Maak er geen punt van
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt:

– We hebben een fijne vakantie gehad. Die duurde bovendien lekker lang.

Slide 4 - Slide

Komma
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een komma.
De komma komt in zo’n langere zin tussen twee persoonsvormen: Als we elke dag naar het strand kunnen, hebben we een fijne vakantie.

Als we elke dag naar het strand kunnen, hebben we een fijne vakantie.

Slide 5 - Slide

Komma bij voegwoorden
– voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra:
We hebben een fijne vakantie gehad, omdat we elke dag naar het strand konden.

Slide 6 - Slide

Komma als oplossing voor uitspreken
– als je de delen van een zin niet los kunt uitspreken:

We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.

Slide 7 - Slide

De puntkomma
Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken, maar een punt mag ook:
– We hebben een fijne vakantie gehad; vooral de eerste weken hebben we ons goed vermaakt.

Slide 8 - Slide

Dubbele punt
Als twee zelfstandige zinnen samenhangen, vormt de tweede zin soms een toelichting bij de eerste zin. In dat geval verbind je de zinnen met een dubbele punt:
– We hebben een fijne vakantie gehad: we konden elke dag naar het strand.

Slide 9 - Slide

WW spelling Gebiedende Wijs
Bij zinnen met een bevel erin kun je de gebiedende wijs (gw) gebruiken. Bij de gebiedende wijs staat geen onderwerp:
– Stuur je oude oma nu en dan een kaartje.
– ‘Geef elkaar een hand!’ gebood de scheidsrechter.

Zo schrijf je de gebiedende wijs

De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm tegenwoordige tijd:
– Wijs op de kaart aan waar India ligt.
– Raak je vrienden niet kwijt in die drukte.


Slide 10 - Slide

Vervoeging Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. Die Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands soms lastig te spellen.

Slide 11 - Slide

De ik-vorm vinden
Zo vervoeg je Engelse werkwoorden
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen (relaxen – relax; e-mailen – e-mail). Soms moet je alleen een -n verwijderen: racen – race; timen – time.

Slide 12 - Slide

bij een dubbele medeklinker
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijven we een enkele medeklinker (basketballen – basketbal), tenzij dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen – paintball).

Slide 13 - Slide

tegenwoordige tijd
Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden.
In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je ik-vorm of ik-vorm + t.

Slide 14 - Slide

Verleden tijd
In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je ‘t (e) x - f (o) k s ch (aa) p. Het gaat daarbij om de

Slide 15 - Slide

Voorbereiding toets
- Maak de opdrachten van de paragrafen (H1 Spelling: leestekens & gebiedende wijs & H2 Spelling: vervoeging Engelse leenwoorden) online.

Slide 16 - Slide