Boterdeeg

Lessonup.app
Ga naar de lessonup.app op je chromebook 
Vul hierna de code in die je van de docent krijgt.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Lessonup.app
Ga naar de lessonup.app op je chromebook 
Vul hierna de code in die je van de docent krijgt.

Slide 1 - Slide

Boterdeeg in 4 lessen
  1. Producten van boterdeeg
  2. Grondstoffen van een boterdeeg
  3. Produceren van boterdeegproducten
  4. Bakken van boterdeegproducten

Slide 2 - Slide

Wat is een boterdeeg
  • Deegsoort met als hoofdbestanddeel BOTER.
  • Wordt gebruikt voor:  KOEK & GEBAK.

  • Boterdeeg is uitsluitend van BOTER gemaakt!

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

01:02
Waarom is melk uit de supermarkt niet geschikt voor het maken van boter?
A
het is gepasteuriseerd
B
het is gehomogeniseerd
C
het is gesteriliseerd
D
het is rauwe melk

Slide 5 - Quiz

01:53
Een ander woord voor aangezuurde room is ....
A
Karnemelk
B
Zure room
C
Crème fraiche
D
Sour cream

Slide 6 - Quiz

06:06
Het uitspoelen van de boter wordt gedaan voor een betere ...
A
Structuur
B
Smaak
C
Houdbaarheid
D
Kleur

Slide 7 - Quiz

Verdeling van boterdeeg producten
Je kunt boterdeeg op verschillende manieren onderverdelen:

  • Koekjes of Stukswerk (stukswerk worden per stuk verkocht)
  • Op basis van de manier van verwerken.
    (kruimeldeeg, wrijfdeeg of roerdeeg)

Slide 8 - Slide

3 soorten boterdeeg
  1. Kruimeldeeg (zetdeeg)

  2. Wrijfdeeg

  3. Roerdeeg

Slide 9 - Slide

Kruimeldeeg
  • stevig deeg
  • vloeit bijna niet uit
  • krokant
  • koelen voor verwerking
  • verwerking: uitrollen, prentdeeg of als pildeeg

Slide 10 - Slide

2

Slide 11 - Video

02:50
Welke 2 ingrediënten doe je in het begin bij elkaar?
A
boter en bloem
B
ei en boter
C
boter en suiker
D
suiker en ei

Slide 12 - Quiz

05:48
een bekend kruimeldeeg is ..
A
Victoria-beslag
B
S-sprits-deeg
C
Harde Wener-deeg
D
Washington-deeg

Slide 13 - Quiz

Wrijfdeeg
  • luchtig
  • bros
  • vloeit uit tijdens het bakken
  • direct verwerken na het zetten
  • verwerking: opspuiten

Slide 14 - Slide

3

Slide 15 - Video

03:38
Wat zorgt voor het toevoegen van lucht in het deeg?
A
Luchtig doorkneden van de bloem
B
De bloem in 3 delen toevoegen
C
De boter op de bank te wrijven
D
De toevoeging van bakpoeder

Slide 16 - Quiz

07:24
Wat gebeurt er met de kleur van de boter tijdens het wrijven?
A
deze wordt donkerder van kleur
B
deze wordt lichter van kleur
C
de kleur veranderd niet
D
de boter krijgt een oranje-achtige kleur

Slide 17 - Quiz

08:02
Nu het deeg gezet is moet het .....
A
Een uurtje koelen in de koelkast
B
Een half uur rusten op een warme plek
C
Direct verwerkt worden
D
Gecontroleerd worden op klontjes

Slide 18 - Quiz

Roerdeeg
  • niet luchtig
  • krokant
  • vloeit veel uit
  • direct verwerken na het zetten
  • verwerking: opspuiten

Slide 19 - Slide

4

Slide 20 - Video

00:56
Een eigenschap van roerdeeg is dat
A
deze bijna niet uitvloeit
B
deze bros van structuur is
C
deze geen lucht bevat
D
deze moet koelen na het deegzetten.

Slide 21 - Quiz

02:48
Hoe noemen we de bak met warm water om de boter zacht te laten worden?

Slide 22 - Mind map

02:48

Slide 23 - Slide

03:49
Koggetjes
Goudse moppen
Utrechtse sprits
Bros, veel lucht en spuitbaar
Krokant, geen lucht en spuitbaar
Vloeit bijna niet uit

Slide 24 - Drag question

Wat is de naam van deze koekjes?

Slide 25 - Slide

Wat is de naam van deze koekjes?

Slide 26 - Slide

Wat is de naam van het deeg wat hier gebruikt is?

Slide 27 - Slide