3.2 Wat voor baan wil jij? - editie 7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3.1 Netto loon berekenen

Wat: maak het oefenblad.

Hoe: berekenen met formule en rekenmachine.

Wie: voor jezelf (overleggen mag in tweetal)

Tijd: 10 minuten

Klaar? maak opdracht 1 t/m 14 op blz. 80. 

3.2 Wat voor baan wil jij?

Welkom!

ga rustig op je eigen plek zitten -> pak je spullen voor je neus. 

Programma:

1) Nakijken 3.1 

2) Lessonup 3.2

3) Maken opdrachten 3.2

3.2 Wat voor baan wil jij?

Vast of tijdelijk?

• Vaste baan: Arbeidsovereenkomst zonder einddatum.
  
  
  
• Tijdelijke baan: Arbeidsovereenkomst met einddatum.
  
  

3.2 hoeveel uur werk je?

• voltijdbaan: 36 a 40 uur per week werken.
  (fulltime baan)
  
  
  
• deeltijdbaan: minder dan 36 uur per week werken.
  (parttime baan)

3.2 cirkeldiagram aflezen

1) hoeveel procent is het totaal?

2) Hoeveel procent doet aan karweitjes?

Hoeveel uur in de week werk je minimaal als je een voltijdbaan hebt?

1. 34
2. 36
3. 38
4. 40

Wat noem je hetzelfde als een deeltijdbaan?

1. parttimebaan
2. uitzendbaan
3. flexibele baan
4. fulltimebaan

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?

1. Deeltijdbaan
2. Voltijdbaan
3. Duobaan
4. Vrijwilligerswerk

Bij een cirkeldiagram betekent een volle cirkel:

1. 360 %
2. 100 %
3. Hangt er vanaf

Hoeveel procent hoort bij de sector katten?

1. 44
2. 8
3. 16
4. 100

3.2 Productiesectoren

Agrarisch:
grondstoffen maken door natuur

Industrie:
goederen maken van grondstoffen

Diensten leveren

3.2 Arbeidsverdeling

1) welke taken heb je allemaal in de Albert Heijn?

• arbeidsverdeling: je doet waar je goed in bent.

Industrieel bedrijf

Dienstverlenend bedrijf

Agrarisch bedrijf

Wat is arbeidsverdeling?

1. Elke werknemer doet evenveel werk.
2. Elke werknemer doet een werk waar hij/zij goed in is.
3. Elke werknemer werkt evenveel uren.
4. Alle werknemers zijn goed in alles wat zij moeten doen.

3.2 Aan de slag!

Wat: opdracht 1 t/m 17 van blz. 80 - 84

Wie: zelfstandig (fluisteren buur)

Tijd: 15 minuten

Klaar? laat zien aan docent.

daarna, opdracht 1 t/m 9 blz. 100.