- Verzamel informatie over de problematiek van je kind.
- Het gedrag van je kind is geen onwil, maar onmacht.
- Stel duidelijke regels over belonen, straffen en negeren.
- Wees consequent, hoe lang het kind ook zeurt en dramt.
- Wees duidelijk en voorspelbaar.
- Geef zelf het goede voorbeeld.
- Laat je niet verleiden tot dwingen, - dreigen of geweld gebruiken.
- Voer waarschuwingen en straffen altijd uit (en bedenk van tevoren dus goed wat je wel en niet kunt realiseren).
- Laat je kind sporten. Door sport kan een kind zich ontladen. Bovendien leert het omgaan met winnen en verliezen en krijgt hij of zij meer inlevingsvermogen en zelfvertrouwen.
Buiten spelen is ook heel goed om energie kwijt te raken.
Geef je kind voldoende positieve aandacht en complimenten, hoe moeilijk dat soms ook is.
Kom je beloften na.
Laat altijd weten waar je bent en verwacht dit ook van je kind.
Leer te kijken naar de aanleiding van het probleemgedrag, je eigen rol daarin (en die van de omgeving) en probeer daar in volgende situaties zoveel mogelijk rekening mee te houden.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent.
Leer wenselijk gedrag te belonen.
Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
Toon tijdens een driftbui of meltdown van je kind zo weinig mogelijk emotie.
Laat je niet verleiden tot discussies.
Negeer kwetsende of uitdagende opmerkingen zoveel mogelijk
Merk alleen op dat die kwetsende opmerkingen ongepast zijn.
Maak duidelijk dat je van het kind houdt en er voor hem of haar ben