Hoofdstuk 2 Werk en Werkloosheid

Herhaling hoofdstuk 1 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 1 

Slide 1 - Slide

Wat is de beroepsbevolking?
A
Groep personen tussen 15 en 75
B
Groep personen tussen 15 en 65
C
Alle werkende en niet werkende mensen
D
geen van bovenstaande antwoorden

Slide 2 - Quiz

Mensen die bij de 'potentiële beroepsbevolking' horen, maar niet bij de beroepsbevolking noemen we de 'niet-beroepsbevolking'.
-> Wie van de volgende groepen is hier GEEN voorbeeld van?
A
studenten
B
huisvaders
C
werklozen
D
arbeidsongeschikten

Slide 3 - Quiz

In een land vinden in 2019 de volgende veranderingen plaats:
bevolking (15 jaar - AOW-leeftijd) + 3,1%
beroepsbevolking + 2,0%
werkgelegenheid + 1,6%
werkloosheid + 3,2%
Bereken de verandering van de participatiegraad.
A
-0,4%
B
80%
C
-1,1%
D
2,7%

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
3.Je kunt de i/a-ratio berekenen. 
  
5. Je kunt uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen. 

7. Je kunt uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/of de verhoging van de arbeidsparticipatie. 

Slide 5 - Slide

i/a-ratio
De i/a-ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal uitkeringsgerechtigden (inactieven) en de werkenden (actieven) die de uitkering moeten betalen.

Door het aantal inactieven te delen door het aantal actieven, rekenen we uit voor hoeveel uitkeringsgerechtigden één werkende premie moet betalen.
Een i/a-ratio van 0,4 betekent dat elke werkende 0,4 (40%) van één uitkering moet betalen.
Een i/a-ratio van 1,5 betekent dat elke werkende 1,5 uitkering moet betalen


Slide 6 - Slide

Formule i/a ratio
Aantal inactieven gedeeld door aantal actieven. 

Dit geeft de verhouding weer tussen het aantal mensen met een uitkering (inactieven) en de mensen die werken (actieven).

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 

Slide 8 - Slide

In het voorbeeld op de vorige slide is de i/a ratio gestegen. Wat betekent dat?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Door vergrijzing wordt de i/a ratio?
A
groter
B
kleiner

Slide 11 - Quiz

Door een heftig virus komt de economie deels stil te liggen en verliezen een half miljoen mensen hun baan. Deze mensen vragen allen een werkloosheids- of bijstandsuitkering aan.

Wat gebeurt er met de i/a-ratio?
A
De i/a-ratio stijgt
B
De i/a-ratio daalt
C
De i/a-ratio verandert niet

Slide 12 - Quiz

Twee stellingen:

I. De i/a-ratio is een indicator voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid.
II. De participatiegraad zal stijgen als de werk­loosheid afneemt.
A
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Het verlagen van de i/a-ratio door het verhogen van de participatiegraad (meer mensen aan het werk) of het verlagen van het aantal inactieven door:
1. het verhogen van pensioenleeftijd?
2. strenge eisen stellen aan uitkeringen – lagere uitkeringen?
3. verbeteren van de kinderopvang?
Wat denk jij: welke van de drie opties is  de beste of zijn ze alle drie nodig?
Geef je mening met uitleg! Tenminste 100 woorden

Slide 15 - Open question

Keuzemenu
BEKIJK JE LEERDOELENKAART VAN H2
Keuze 1: nog oefenen met Leerdoelen 3, 5, 7  (lees de stof en uitleg door, maak opdrachten 2.3, 2.4, 2.5 en 2.10 - als je nog extra uitleg nodig hebt: zie filmpje op its (Hoofdstuk 2; keuze 1) 

Keuze 2: werk aan leerdoelen 10 t/m 13


Slide 16 - Slide

Leerdoel 3. Je kunt de i/a-ratio berekenen. 
Geef hieronder de berekening van de i/a ratio.

Slide 17 - Open question

Leerdoel 5. Je kunt uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen.
Geef hieronder de uitleg van dit leerdoel.

Slide 18 - Open question

Leerdoel 7. Je kunt uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/of de verhoging van de arbeidsparticipatie.
Geef hieronder de uitleg van dit leerdoel.

Slide 19 - Open question

Afsluiting
3. Je kunt de i/a-ratio berekenen. 
5. Je kunt uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen. 
7. Je kunt uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/of de verhoging van de arbeidsparticipatie.

Slide 20 - Slide