Venapunctie

Venapunctie 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Venapunctie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Je kunt benoemen wat indicaties en contra-indicaties zijn voor een venapunctie.
  • Je kunt beschrijven wat aandachtspunten zijn bij het uitvoeren van een venapunctie bij een     patiënt
  • Je kunt beschrijven welke materialen je nodig hebt voor het uitvoeren van een venapunctie.
  • Je kunt benoemen welke risico's er zijn bij het uitvoeren van een venapunctie.






Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een venapunctie?

Slide 3 - Open question

Redenen om venapunctie uit te voeren
Bedenk een indicatie voor een venapunctie

Slide 4 - Open question

Redenen om venapunctie uit te voeren
Indicaties 
• om een ziekte te voorkomen;
• om een ziekteverloop te              volgen;
• om een ziekte vast te stellen    of uit te sluiten;
• om het succes van een                 behandeling vast te stellen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geschikte aders
  • elleboogplooi (meest gebruikt in      praktijk)
  • onderarm
  • handrug
  • enkel 
Een oppervlakkige ader heeft de voorkeur, omdat deze goed zichtbaar is.
 

Slide 6 - Slide

Een oppervlakkige ader heeft de voorkeur, omdat die gemakkelijk aan te prikken is. 
Waar prikken we (liever) niet?

Slide 7 - Mind map

Om weefselbeschadiging te voorkomen en pijnklachten zoveel mogelijk te beperken, mag je als verpleegkundige niet op elke plek in het lichaam prikken. Daarnaast zijn er ook plekken met een contra-indicatie waarin je als zorgverlener absoluut niet mag prikken. Het risico op infecties is heel groot als je op deze plaatsen prikt
Bij voorkeur niet prikken in...
  • lichaamsdelen met een shunt voor hemodialyse 
  •  armen en benen met trombose
  •  lichaamsdelen met een infectie
  •  aan de kant van een borstamputatie ( kans op lymfoedeem wordt                     vergroot
  • in uitgebreid littekenweefsel ( dit weefsel heeft minder herstelvermogen)
  • in een hematoom ( hematomen zijn pijnlijk. In een dergelijk geval wordt     onder het hematoom  geprikt )


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

En verder zijn minder geschikt
  • lichaamsdelen die hard aanvoelen;
  • in een gebied met wondjes of eczeem;
  • lichaamsdelen die er rood of blauw uitzien;
  • lichaamsplekken waar de patiënt is bestraald;
  • verlamde lichaamsdelen bij een patiënt met CVA;
  • lichaamsdelen waar de patiënt pas aan is geopereerd.








Slide 9 - Slide

Naast de contra-indicaties zijn er plekken waar het ook minder geschikt is om te prikken. Het verschil is dat de risico's kleiner zijn en minder ernstige gevolgen kunnen hebben. Ondanks dat het risico kleiner is, blijft het niet gewenst om in de volgende lichaamsdelen te prikken:

Mogelijke complicaties
van venapunctie
(tijdens en na)

Slide 10 - Mind map

- De ader wordt onvoldoende zichtbaar. 
- De ader voelt hard aan
- De ader rolt weg
- Het bloedvat is niet goed aangeprikt
- Zenuwbeschadiging
- Flauwvallen.
- Hyperventileren


Complicaties tijdens prikken
  • De ader rolt weg; fixeer de ader met je duim
  • Het bloedvat is niet goed aangeprikt (er komt geen bloed.                           Trek de naald iets terug en probeer voorzichtig opnieuw)
  • Zenuwbeschadiging; het kan voorkomen dat er een zenuw geraakt   wordt.  Pijnlijk en soms tinteling, doof gevoel. Kan weken aanhouden.   Kan ook over gaan
  • Flauwvallen. Aandacht voor prikangst
  • Hyperventileren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Complicaties na prikken
  • Hematoom (de ene patiënt             is hier gevoeliger voor dan             de ander.
     Gebruik anticoagulantia)
  • Littekenweefselvorming (bij           veelvuldig prikken ontstaat   littekenweefsel op de huid)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Benodigdheden
Bloedbuizen
Stuwband
Naaldhouder
Naaldencontainer
Venapunctienaald
Alcohol ket. 70%
Gaasjes + afvalbekken
Pleister
Laboratorium formulier

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe?
  • Koppel de naald op de naaldhouder
  • Desinfecteer de ellegoogplooi en je eigen vingers en wacht tot alles "droog" is
  • Trek de stuwband aan; stuwband een handbreedte boven de aan te prikken plaats.                      (liefst) niet langer dan 1 minuut
  • Kijk in het oog van de naald
  • Als het bloed goed stroomt mag de stuwband en de vuist los 
  • Eventueel extra buizen vullen 
  • Gevulde buizen zwenken 
  • Naald direct in de naaldencontainer 
  • Buizen en laboratoriumformulier van naam en geboortedatum voorzien



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bloedbuizen
  • Verschillende soorten buizen
  • Verschillende dopkleuren en       groottes
  • Speciale vloeistof
  • Bepaalde volgorde van afnemen

Slide 15 - Slide

Er zijn verschillende soorten bloedbuizen. 
> Elke buis is bestemd voor specifiek onderzoek. 
>De bloedbuizen kunnen verschillen van dopkleur en grootte. 
In de meeste gevallen bevatten de bloedbuizen een speciale vloeistof die nodig is om het bloedmonster te prepareren voor het onderzoek.
>  Als je bij een venapunctie meerdere buizen bloed afneemt, dan moet je de buizen in een bepaalde volgorde afnemen. 
>> Door de verkeerde volgorde van afnemen is er kans op contaminatie. Dit kan invloed hebben op de uitslag van het bloedonderzoek.